Uit het hart komen ze
afgedropen kooplui
bepakt en bezakt
inboedel in de opruiming
habbekrats en vlooienmarkt
nering naar kentering
een schraal bestaan
zo leeggelopen kan het
het hard tekeer gaan
zelfs op zulk een grote schaal
kan het verkeerd gaan
staat van verval een legerschaar
verknipt z'n welvaart op te kloppen
tot slagroomtaart van goedaardig volk
dat haar omringt komt haar centrum
in het geding niet door armetierigheid
van een akelig wreed bestaan
maar arm worden kan gevaarlijk zijn
door de eenzaamheid
en rest nog slechts een helder verstand
dat een open geest bespeeld
met medemenselijkheid
zondag 29 december 2013
zaterdag 28 december 2013
Neem mij
Schoen wringt het hart klopt ook
de hemel klinkt leeg sterren staren
wat verveeld zwijgend in een heelal
vervreemd geheel alles omvattend
veel staat ook ursa op half zeven
leven is nu eenmaal noordwaarts
verdwenen een grote leegte
water in alle stilte vat in zwart
dit nog eens samen met een enkele fietser
laat op pad die nietszeggend voorbij
dit uur roerloos in de tocht zich overgeeft
veel verder weg is alles niets
een pluim tegen de nachtvorst aan
voorspelt de laatste adem zichzelf
wat benauwd zwoegt iemand zich
de longen uit het lijf en weet dit alles
de hemel klinkt leeg sterren staren
wat verveeld zwijgend in een heelal
vervreemd geheel alles omvattend
veel staat ook ursa op half zeven
leven is nu eenmaal noordwaarts
verdwenen een grote leegte
water in alle stilte vat in zwart
dit nog eens samen met een enkele fietser
laat op pad die nietszeggend voorbij
dit uur roerloos in de tocht zich overgeeft
veel verder weg is alles niets
een pluim tegen de nachtvorst aan
voorspelt de laatste adem zichzelf
wat benauwd zwoegt iemand zich
de longen uit het lijf en weet dit alles
donderdag 26 december 2013
Naaktmodel staan
Ze hebben niet veel meer
om het lijf dan huid
keurig gefotografeerd
en na verluidt
ook veel dichter
een welvende kromming
in de tijd
die slijt
maar geen gezicht
anders dan onontplooibaar
stijf gelaat
dat ontluisterend
naakt uitdrukking geeft aan
niets
meer
dan wat er staat
toonbeeld van tinten in verval
voor de tijd er raad mee weet
verveeld aan knabbelt en wat vreet
tot er een karakter uitspreekt
om het lijf dan huid
keurig gefotografeerd
en na verluidt
ook veel dichter
een welvende kromming
in de tijd
die slijt
maar geen gezicht
anders dan onontplooibaar
stijf gelaat
dat ontluisterend
naakt uitdrukking geeft aan
niets
meer
dan wat er staat
toonbeeld van tinten in verval
voor de tijd er raad mee weet
verveeld aan knabbelt en wat vreet
tot er een karakter uitspreekt
woensdag 25 december 2013
Nou moe
De radio één keertje afrossen
omdat Tomas onder valse naam
daarop was over z'n complot
maar ook hoe Theo daar onder
straalbezopen was wat niemand zag
omdat zover afgelegen dat
op een eiland plaats vond
of aan het bekomen was
van de nieuwste wildernis
net voltrokken in bittere kou
waar beesten het aflegden
tegen Heras of domweg heckwerk
van een stelletje runderen
dat boeltje afvrat juist daar
waar nagemaakte paardjes
het bos in werden gejaagd
door winterweer dat eerder
plat gegraasd ook uitgeraasd
menig edeldier de stuipen
op het lijf joeg en het bestierf
gelijk het kerstavond betrof
waar zoveel leed bijeen
gedreven bitterkoud het hiernamaals
in gedreven werd
dit
alles
nog
één
keer
omdat Tomas onder valse naam
daarop was over z'n complot
maar ook hoe Theo daar onder
straalbezopen was wat niemand zag
omdat zover afgelegen dat
op een eiland plaats vond
of aan het bekomen was
van de nieuwste wildernis
net voltrokken in bittere kou
waar beesten het aflegden
tegen Heras of domweg heckwerk
van een stelletje runderen
dat boeltje afvrat juist daar
waar nagemaakte paardjes
het bos in werden gejaagd
door winterweer dat eerder
plat gegraasd ook uitgeraasd
menig edeldier de stuipen
op het lijf joeg en het bestierf
gelijk het kerstavond betrof
waar zoveel leed bijeen
gedreven bitterkoud het hiernamaals
in gedreven werd
dit
alles
nog
één
keer
Iedereen gelukkig
ongelukkig.
Alleen zijn ongelukkig
Getrouwd zijn ongelukkig
Doodgaan ongelukkig
Geboren worden ongelukkig
Samenzijn ongelukkig
Gescheiden zijn ongelukkig
Leven ongelukkig
Leve ongelukkig
Doodgewoon
gelukkig
In weerwil van waarde
Het verhangen van een kostbaar olijke noot
in de teneur van tegenslagen bij de volheid
van het overbekende werk van kunstuitingen
kortgesloten weelde met het schromelijke
dat blinkend noch blikkend op het verleden
helder trots toch bungelt aan één koordje
opgeheven rijk van kleuren door het slijk
te weerloos voorwaar van een verbonden
en zeer verbrande gelaatstrek in polderland
verweesd door tijd en geest de moederziel
uit handen gegeven maar zo welluidend
geschreven zonder één woord zo vuil daarin
want alles van waarde wordt weer water
want alles van waarde wordt weer water
zaterdag 21 december 2013
Onthechting
Nu ik tussen de regels lees
staat doodlopend helder
me voor ogen hoe
langs de lijnen
van het schrift
mijn hand bewoog
ik stond versteld tot woord
dat onuitgesproken toch
letter voor letter voor
gelogen de tekst
tot lichaam uitgedrukt
mijn geestesoog verengde
in vaste belijning van haar
uitgebeeld verleden
waar in toch uitgeleefd
ben weg gedreven
staat doodlopend helder
me voor ogen hoe
langs de lijnen
van het schrift
mijn hand bewoog
ik stond versteld tot woord
dat onuitgesproken toch
letter voor letter voor
gelogen de tekst
tot lichaam uitgedrukt
mijn geestesoog verengde
in vaste belijning van haar
uitgebeeld verleden
waar in toch uitgeleefd
ben weg gedreven
vrijdag 20 december 2013
zondag 15 december 2013
zaterdag 14 december 2013
Voor mij uit 1
Het is avond en de schoen wringt
ik heb mezelf soldaat gemaakt
van kant gemaakt en afgemaakt
opgetogen afgetuigd bejubeld
vermaakt tot ledere pop weerspiegelt
zonnebril zijn en spelen dat op
de closetpot ook een deksel past
ik heb mezelf soldaat gemaakt
van kant gemaakt en afgemaakt
opgetogen afgetuigd bejubeld
vermaakt tot ledere pop weerspiegelt
zonnebril zijn en spelen dat op
de closetpot ook een deksel past
maandag 9 december 2013
Een bleekscheet
Al bijna smetteloos en zonder opsmuk
het geheel ontblote hoofd zo
uitdrukkingsloos uit de plooi
al wordt beweerd dat hier potentieel
het menselijk vermogen wordt getoond
blijkt des te meer een werkwoord
de schilder de collectieve geest
naakt maar ontdaan naast haar
neergelegd in een luttele streek
van een niet in te houden emotie
die zij zo gaarne toch naliet
uit te drukken in het afgepeld portret
-
Vrij naar "door het beeld" : white radiance (autonomie)
het geheel ontblote hoofd zo
uitdrukkingsloos uit de plooi
al wordt beweerd dat hier potentieel
het menselijk vermogen wordt getoond
blijkt des te meer een werkwoord
de schilder de collectieve geest
naakt maar ontdaan naast haar
neergelegd in een luttele streek
van een niet in te houden emotie
die zij zo gaarne toch naliet
uit te drukken in het afgepeld portret
-
Vrij naar "door het beeld" : white radiance (autonomie)
zondag 8 december 2013
Op bewogen gronden
Ik nam mij wij
gaan niet samen door
een deur
Wij komen samen uit
dezelfde aarde voort
zijn zelfs voor elkaar
bestemd met afnemen
Maar op weloverwogen
gronden zijn wij beroerd
en daardoor ik mij
zeer bewust ontdaan
hoe zekere gronden
niet meer bestaan
gaan niet samen door
een deur
Wij komen samen uit
dezelfde aarde voort
zijn zelfs voor elkaar
bestemd met afnemen
Maar op weloverwogen
gronden zijn wij beroerd
en daardoor ik mij
zeer bewust ontdaan
hoe zekere gronden
niet meer bestaan
Ontdaan
O mijn god ik heb de wereld maar ontdaan
van hun enige heilsoldaat en rest geen held
meer hier op aard die in staat zal zijn
vergevensgezind de wereld goedgemutst
tegemoet zal treden tot het werelderfdeel
dat niemand meer ten deel zal vallen
anders dan tegenvallen hoe het zal vergaan
nu zelfs de bleekscheet een traantje wegpinkt
en de wereld verder struikelend hinkt
van hun enige heilsoldaat en rest geen held
meer hier op aard die in staat zal zijn
vergevensgezind de wereld goedgemutst
tegemoet zal treden tot het werelderfdeel
dat niemand meer ten deel zal vallen
anders dan tegenvallen hoe het zal vergaan
nu zelfs de bleekscheet een traantje wegpinkt
en de wereld verder struikelend hinkt
thin lips ladies lipsticks
Ze murmelen roodomlijnd weldoordacht
mondjesmatig op een smal tijdsgewricht
scharnierend om hun middelpunt draait
een ranke taille met rok bekleed zo fraai
heupwiegt weldadig maar gewelddadig
door het beeld dat menigeen bekeek
wat rechtgezet een zuiver bleek
mondjesmatig op een smal tijdsgewricht
scharnierend om hun middelpunt draait
een ranke taille met rok bekleed zo fraai
heupwiegt weldadig maar gewelddadig
door het beeld dat menigeen bekeek
wat rechtgezet een zuiver bleek
Je deelt er een en soms twee muren om je heen mee in een blok bijeen
Het hoorbaar genoegen van venijn
komt piekfijn tot uitdrukking door beton
dof een plof besloten kloosterleven
om je heen in hofjes opgesloten aaneen
waar per gilde lid het ambacht werd
samengepakt tot stervenstoe een fase
waar doorheen niemand opgepakt
ontstaat spontaan uit spruitjesbuurt
een bloemkool wijk waar pleiners
opgroeide in het groen tot rijtjesmens
aan een ge slo ten raakte iedereen
verliefd op sterven in een identiteit
waar iedereen aan leed geen twijfel
noch geweifel dat hoog verrezen
niets te vrezen was van hoogtevrees
bij voorkeur met balkon voor zelfmoord
van ziekmakende binnensteden
van het hart dat modernisme het grootste
hoogste goed van galerijwonen
tegen oneigentijds vervelen in de oudheid
kastelen uit een grijs verleden in close harmony
een ieder zich individueel kan gaan versteden
hunkerend op een gemeenplaats voor bejaarden
in torenhoge egoos ergo ego zelf liever zich verliest
in een oud verslonst maar opgeleukt stoffig onderkomen
triestig troosteloos en wezenloos zelfontworpen Anton Piekje
om gezamenlijk met Grietje aan te Hansen en maar sjansen
met de originaliteit van zijn eigen banaliteit
o hijtje voor het karweitje waar hebben wij toch
deze bouwkunde aan verdiend ----
Bernard Hulsman: rijtjeshuis
komt piekfijn tot uitdrukking door beton
dof een plof besloten kloosterleven
om je heen in hofjes opgesloten aaneen
waar per gilde lid het ambacht werd
samengepakt tot stervenstoe een fase
waar doorheen niemand opgepakt
ontstaat spontaan uit spruitjesbuurt
een bloemkool wijk waar pleiners
opgroeide in het groen tot rijtjesmens
aan een ge slo ten raakte iedereen
verliefd op sterven in een identiteit
waar iedereen aan leed geen twijfel
noch geweifel dat hoog verrezen
niets te vrezen was van hoogtevrees
bij voorkeur met balkon voor zelfmoord
van ziekmakende binnensteden
van het hart dat modernisme het grootste
hoogste goed van galerijwonen
tegen oneigentijds vervelen in de oudheid
kastelen uit een grijs verleden in close harmony
een ieder zich individueel kan gaan versteden
hunkerend op een gemeenplaats voor bejaarden
argru argri architect wat
zijt gij toch een triest figuur
dat het afgrijzen
van de tijd bevriest
in torenhoge egoos ergo ego zelf liever zich verliest
in een oud verslonst maar opgeleukt stoffig onderkomen
triestig troosteloos en wezenloos zelfontworpen Anton Piekje
om gezamenlijk met Grietje aan te Hansen en maar sjansen
met de originaliteit van zijn eigen banaliteit
o hijtje voor het karweitje waar hebben wij toch
deze bouwkunde aan verdiend ----
Bernard Hulsman: rijtjeshuis
zaterdag 7 december 2013
Het stilst op straat (zilverwit uitgesneden)
Geruisloos maar geheel ontdaan
staan kale bomen roerloos in de rij
het woest geruis dat van hen uitging
is gestaakt in bijna zwijgend tikken
in de knoppen van de twijgen
zich over te geven aan haar kaal
zo blank bestaan dat door de lucht
bezeten haar lichaam uitdeed
sprekend neerzeeg naast haar huid
hoe zeer bewogen zij meegaand genomen
meegenomen werd in dromen
die hij in haar achterliet bekomen
van de uren ontkleedde tijd
dat werd gegeten toen zacht zomers
de wind alle herinnering weg blies
staan kale bomen roerloos in de rij
het woest geruis dat van hen uitging
is gestaakt in bijna zwijgend tikken
in de knoppen van de twijgen
als een vrouw zo naakt die eerder
louter uit woorden was te lezen
later in zinnen zichzelf uitsprak
om in volheid van het leven
zo blank bestaan dat door de lucht
bezeten haar lichaam uitdeed
sprekend neerzeeg naast haar huid
waar zachter tint dan maagdelijk hout
zij gesneden was in zuiver wit van haar
bestaan dat door handen heen gekneed
haar adem stiet in het ritme van bewegen
meegenomen werd in dromen
die hij in haar achterliet bekomen
van de uren ontkleedde tijd
zij uitgelezen tot op de nerven zij
loom verveeld de bladeren streelt
vergetel zwart geblakerd ter aarde
weet hoe op het weefsel te terendat werd gegeten toen zacht zomers
de wind alle herinnering weg blies
vrijdag 6 december 2013
Zo vleselijk nog Oranjegezind
Het onafwendbare in de muilkorf
Zacht belijnd zo fraai monddood
Gemaakt voor gloeiend zaad
Hoe kiemkrachtig ook ten onder
Gaat in blakend schitteren op het oog
Maakt het geen valse verwachtingen
Meer waar dan leugens en gelogenstraft
Het telkens weer om gaat de mazen
In het ogenschijnlijk schrijnen
Ten koste gaan en weer
Om met leugens gepaard
Zacht belijnd zo fraai monddood
Gemaakt voor gloeiend zaad
Hoe kiemkrachtig ook ten onder
Gaat in blakend schitteren op het oog
Maakt het geen valse verwachtingen
Meer waar dan leugens en gelogenstraft
Het telkens weer om gaat de mazen
In het ogenschijnlijk schrijnen
Ten koste gaan en weer
Om met leugens gepaard
Ik wentel een kleine oranje revolutie af
Een mooie kleine revolutie af
Ik ben van water uit gegaan
Ik het land aan aarde aan mij voorbij
Ik de zwarte schijn van koppen klei
Ik storm wolken aan mij voorbij
Ik schuw schunnig scheef door mijn hoofd
Ik speel met tegenwind in mij
De dartele nachtmerrie gaat te keer
Slank en lenig maar ledig in de schemer
Blaakt zij weelderig haar tuchtig lijf
Het is het schitterend ten ondergaan
Schuierende schierende schaduwen
Ik wentel een fraaie kleine oranje revolutie af
en val terstond in dovend kleurrijk verschiet
Zingend fluitend neuriënd ten neer
dinsdag 3 december 2013
In eens dringt het tot mij door.
Bij't lezen van een roman dien je een vraagteken over te houden, bij voorkeur eentje op z'n kop.
Mooier nog, van kaft tot kaft uitgelezen, is het vergeten waar het staat.
Dan blijft ook uit het hoofd zoveel te vragen over, dat je het ergste vreest.
De inhoud, stemt die nog wel overeen met wat je weet, of is het slechts het inbeelden?
Het is te overwegen om de chauffeur zonder rijbevoegdheid te verwarren met het in elkaar gereden verhikel, waar het gaat om het gevaar dat overblijft na het ongeluk van lezen.
Geen woord teveel of blijft slechts achterwege hangen aan de laatste regel.
Waar in de regel het aan alles ontbreekt om verder rustig mee te kunnen leven.
Uiteindelijk gingen ze er allemaal voor. Het kraken afgeleerd, zwart kalfs bijvoorkeur. Met spijkerkoppen slaan versierden ze ook elkaar. Zelden was het leven, zeldzaam ook de uitzichten
op het beteren daarvan. De straten hadden harde klinkers, kelen koorden en koerden in horden door. Er was geen horizon dan de overstaande gevels. Even uitgeleefd als boden vensters geen toekomstbeeld.
Ik beende voor mezelf uit. Bot gezegd kwam ik uit de grond van mijn hart, daar zat faalangst aan vast. Ingesloten op z'n gemak, wachtend op een wond, waaruit zuiver rood de gedachte ontspringt. Daarin opgesloten zat de overmaat van ramp te hunkeren naar een daad. Het andere geslacht werd zichtbaar, achteraf, een kraamkamer van de wreedste dromen. Gevangen in de lust van enig nut was het leven ineens zingevend.
Zinderend van angst te beven, ja dat is leven na de dood. Telkens dwalen er weer vragen vallend van de ooit zo hechte stam, wier kroon er lucht van krijgt dat bladeren iets van afsterven heeft.
Maar toch levenstekenen afzet tegen het dode hout, waar molm en rot het interen vertalen in een overdaad aan leven. Gebukt gaat alles schuil dat eens de welvaart duldde onder dikke lagen schuld. Besef te meer dat uit de vaart genomen menig volk zijn aard weer herwint in overleven.
Mooier nog, van kaft tot kaft uitgelezen, is het vergeten waar het staat.
Dan blijft ook uit het hoofd zoveel te vragen over, dat je het ergste vreest.
De inhoud, stemt die nog wel overeen met wat je weet, of is het slechts het inbeelden?
Het is te overwegen om de chauffeur zonder rijbevoegdheid te verwarren met het in elkaar gereden verhikel, waar het gaat om het gevaar dat overblijft na het ongeluk van lezen.
Geen woord teveel of blijft slechts achterwege hangen aan de laatste regel.
Waar in de regel het aan alles ontbreekt om verder rustig mee te kunnen leven.
Uiteindelijk gingen ze er allemaal voor. Het kraken afgeleerd, zwart kalfs bijvoorkeur. Met spijkerkoppen slaan versierden ze ook elkaar. Zelden was het leven, zeldzaam ook de uitzichten
op het beteren daarvan. De straten hadden harde klinkers, kelen koorden en koerden in horden door. Er was geen horizon dan de overstaande gevels. Even uitgeleefd als boden vensters geen toekomstbeeld.
Ik beende voor mezelf uit. Bot gezegd kwam ik uit de grond van mijn hart, daar zat faalangst aan vast. Ingesloten op z'n gemak, wachtend op een wond, waaruit zuiver rood de gedachte ontspringt. Daarin opgesloten zat de overmaat van ramp te hunkeren naar een daad. Het andere geslacht werd zichtbaar, achteraf, een kraamkamer van de wreedste dromen. Gevangen in de lust van enig nut was het leven ineens zingevend.
Zinderend van angst te beven, ja dat is leven na de dood. Telkens dwalen er weer vragen vallend van de ooit zo hechte stam, wier kroon er lucht van krijgt dat bladeren iets van afsterven heeft.
Maar toch levenstekenen afzet tegen het dode hout, waar molm en rot het interen vertalen in een overdaad aan leven. Gebukt gaat alles schuil dat eens de welvaart duldde onder dikke lagen schuld. Besef te meer dat uit de vaart genomen menig volk zijn aard weer herwint in overleven.
donderdag 28 november 2013
Dood
Het maakt niet uit hoe het wordt
voorgeschoteld of opgediend
op straat, kiosk, te bed, naakt
of gekleed op maat gemaakt
dan wel de strop al opgeknoopt
de poëet wordt uitgekleed
tot op het bot van vlees ontdaan
smult menigeen besmuikt
z'n mond voorbij
smakelijk etrn uit z'n ruif
de voordracht was alsof
een ieder het gemunt had
op z'n pik terwijl hij voor lul
nog declameerde
dat hij niet meer overeind kon staan
smachtend naar de gestroomlijnde
zin in leven die voortvloeiend
in woorden keurig lagen opgebaard
in het lid gezet
was juist hij uitgerekend
de tel daarin kwijt geraakt
voorgeschoteld of opgediend
op straat, kiosk, te bed, naakt
of gekleed op maat gemaakt
dan wel de strop al opgeknoopt
de poëet wordt uitgekleed
tot op het bot van vlees ontdaan
smult menigeen besmuikt
z'n mond voorbij
smakelijk etrn uit z'n ruif
de voordracht was alsof
een ieder het gemunt had
op z'n pik terwijl hij voor lul
nog declameerde
dat hij niet meer overeind kon staan
smachtend naar de gestroomlijnde
zin in leven die voortvloeiend
in woorden keurig lagen opgebaard
in het lid gezet
was juist hij uitgerekend
de tel daarin kwijt geraakt
dinsdag 26 november 2013
Zo door en door schijnend
vormen de bladzijden een bladspiegel prachtig vervuld van tegenlichtopname
komt regel voor regel vervloeiend
twee gedichten ineengevouwen samen
amen in een adem woorden van een lied
een onwijs wijsje vol verliefd verdriet
vergeet ook niet dat het tot het
tandvlees ontbloot hier voor mij ligt
het is halverwege doorschijnend ontwaken
ach bleef je maar slapen daar samen
dan fluisterde je de namen in dromen
hoorde ik hoofs en steels het lichte doven
wat door de vingers werd gezien
je handen lachte gevouwen in m'n gezicht
gelaatstrekken ontplooiend gedicht
je fronste nog even, ja zo is het leven
grimlach nog wat valt overgelezen
nog te verhalen dan poëzie
zachtjes onleesbaar verterend bladweefsel
waar doorheen je huid zo schitterend oplicht.
komt regel voor regel vervloeiend
twee gedichten ineengevouwen samen
amen in een adem woorden van een lied
een onwijs wijsje vol verliefd verdriet
vergeet ook niet dat het tot het
tandvlees ontbloot hier voor mij ligt
het is halverwege doorschijnend ontwaken
ach bleef je maar slapen daar samen
dan fluisterde je de namen in dromen
hoorde ik hoofs en steels het lichte doven
wat door de vingers werd gezien
je handen lachte gevouwen in m'n gezicht
gelaatstrekken ontplooiend gedicht
je fronste nog even, ja zo is het leven
grimlach nog wat valt overgelezen
nog te verhalen dan poëzie
zachtjes onleesbaar verterend bladweefsel
waar doorheen je huid zo schitterend oplicht.
maandag 25 november 2013
Rubbermal
al bijna voorbehoedend middel in verval
bewijst hij haar in veelvoud lippendienst
hij maakt het afdruk negatief wel origineel
ligt menig vrouw in ingewikkeld gipsverband
verwikkeld anoniem met ondersnijding in
lossingrichting opdat origineel onbeschadigd
als complexmodel uitgehard tentoongesteld
bewijst hij haar in veelvoud lippendienst
hij maakt het afdruk negatief wel origineel
ligt menig vrouw in ingewikkeld gipsverband
verwikkeld anoniem met ondersnijding in
lossingrichting opdat origineel onbeschadigd
als complexmodel uitgehard tentoongesteld
zondag 24 november 2013
Ik ben allang voltooid
verleden tijd.
Mijn geheugen reeds gemummificeerd, een ledere pop gelijk.
Men herinnert zich nog vaag hoe naar mijn kinderen was gegaan.
Maar zelfs daar ben ik nimmer aangekomen, wel afgevallen in de jaren daarna.
Het was het gas,
dat plotseling gewag gemaakt werd aan mijn verschijnen in de eeuwigheid.
Dat ik ooit zo vreselijk vergeten was, was
al tien jaar geleden door de incasso's
zo vanzelfsprekend als wat.
Niemand bekommerde mij, noch ik hen, al was ik gisteren begaan.
Toch blijf ik rustig bij mezelf, verdord gelijk het administratieve apparaat.
Waar ik cijfermatig al weggecijferd was, bleef onaangeroerd mijn post
gevat in bergen verzameld materiaal in m'n voorportaal voor mij bewaard.
Zo kon ik later nog herinnerd zijn, hoelang ik toch al kwijt kon zijn.
Gemitste kans van nabestaan, waar zoveel mensen om mij heen
toch onbekommerd met mij alleen daar achter muren van vergeten
rustig kon vergaan.
Mijn geheugen reeds gemummificeerd, een ledere pop gelijk.
Men herinnert zich nog vaag hoe naar mijn kinderen was gegaan.
Maar zelfs daar ben ik nimmer aangekomen, wel afgevallen in de jaren daarna.
Het was het gas,
dat plotseling gewag gemaakt werd aan mijn verschijnen in de eeuwigheid.
Dat ik ooit zo vreselijk vergeten was, was
al tien jaar geleden door de incasso's
zo vanzelfsprekend als wat.
Niemand bekommerde mij, noch ik hen, al was ik gisteren begaan.
Toch blijf ik rustig bij mezelf, verdord gelijk het administratieve apparaat.
Waar ik cijfermatig al weggecijferd was, bleef onaangeroerd mijn post
gevat in bergen verzameld materiaal in m'n voorportaal voor mij bewaard.
Zo kon ik later nog herinnerd zijn, hoelang ik toch al kwijt kon zijn.
Gemitste kans van nabestaan, waar zoveel mensen om mij heen
toch onbekommerd met mij alleen daar achter muren van vergeten
rustig kon vergaan.
Het over de tijd plein
waar je eerder nog in cowboypak
op een omgebouwde step rondreed
net deed of op ramkoers de wereld
aan je voeten verging in tijdnood
speelde veel later de groenteboer
rijp en rot tot aan bederven toe
de schone schijn van vers fruit na
kwam zo veel bijna bedorven waar
onder luid gekrakeel van het carillon
tot leven door de beiaardier
die de bejaarden voor z'n plezier
liet twijfelen aan de dodenherdenking
van weleer toen kost nog baat
welverdiend de veteranen liet geloven
dat de aarde niet ten einde liep
maar opnieuw geschapen aan hun voeten
niet voor niets veroverd was
op vreemde smetten waarop weerom
een smetvlek vreesde van hen
wier blaam nog niet zo zuiver was
en jij na ampel beraad
dit monument verried
zo moedeloos alleen
de grootste concentratie
beiaarden doorklinkende
zwijgende meerderheid
op een omgebouwde step rondreed
net deed of op ramkoers de wereld
aan je voeten verging in tijdnood
speelde veel later de groenteboer
rijp en rot tot aan bederven toe
de schone schijn van vers fruit na
kwam zo veel bijna bedorven waar
onder luid gekrakeel van het carillon
tot leven door de beiaardier
die de bejaarden voor z'n plezier
liet twijfelen aan de dodenherdenking
van weleer toen kost nog baat
welverdiend de veteranen liet geloven
dat de aarde niet ten einde liep
maar opnieuw geschapen aan hun voeten
niet voor niets veroverd was
op vreemde smetten waarop weerom
een smetvlek vreesde van hen
wier blaam nog niet zo zuiver was
en jij na ampel beraad
dit monument verried
zo moedeloos alleen
de grootste concentratie
beiaarden doorklinkende
zwijgende meerderheid
Haar dracht
Ze zit opgesloten
in haar gedachten
vast besloten
om er nooit meer uit te komen
gaat het er hard aan toe
ze zijn niet uit te lezen
voor wie haar gadeslaat
is zij grijs beton
een kazemat gelijk
maar binnen zacht
rosé gloed van vuur
uit schietsleuven
voorziene schuttersput
waar uit zij bedreigd
de wereld beziet
het oorlogsverleden
heeft haar afgemat
ze bunkert daar
uitgeleefd schisma
halfslachtig hart
onverschrokken waar
de loopgraven hebben haar
te zeer begaan giftig gemaakt
in haar gedachten
vast besloten
om er nooit meer uit te komen
gaat het er hard aan toe
ze zijn niet uit te lezen
voor wie haar gadeslaat
is zij grijs beton
een kazemat gelijk
maar binnen zacht
rosé gloed van vuur
uit schietsleuven
voorziene schuttersput
waar uit zij bedreigd
de wereld beziet
het oorlogsverleden
heeft haar afgemat
ze bunkert daar
uitgeleefd schisma
halfslachtig hart
onverschrokken waar
de loopgraven hebben haar
te zeer begaan giftig gemaakt
zaterdag 23 november 2013
Het knaagt
en vreet van binnen uit
eerst de goudopsnee
dan de harde lijmrug
tot die breekt en alles
echt alles uitholt gelijk
een stofluis zat van tekst
woord voor woord
de leugen van dundruk
uit het geheugen is
gewist wat het geweten
eeuwen heeft gemist
wekt nu de teerling
welk hoge ogen gooit
tegen halfslachtigen
tegen de doortrapten
die hem dood wensen
terwijl hij zo gezegd
zo gezegend is
blad voor blad
te verteren te hertalen
in een schotschrift
waaruit van kaft tot kaf
z'n martelaarschap
uit as ontspringt
-----
Yahya Hassan performance video
http://www.youtube.com/watch?v=N839DlASGkA&feature=youtube_gdata_player
http://www.youtube.com/watch?v=N839DlASGkA&feature=youtube_gdata_player
vrijdag 22 november 2013
Kijk daar brandt iets af
Kijk daar brandt iets af
een lichtgevend eiland in de nacht
zee vol verwachting een zwart gat
branding schuimend straf witter graf
zand verstuivend blind de verlangen
een uit het lood geslagen wacht
mits het zicht met noodweer af
zondag 10 november 2013
Waterstofoxide
Water zo heet dat het aan je ballen vreet
je hersenpan explodeert zo zeer genot
genoot dat gillend het gelijk wil aan zijn zijde
Water zo hard dat je schedeldak brak
gemeen snedig de huid bloedt dood
rood over het staalglans gelaat
Water dat zacht en soepel door t keel
gat glijdt zalvend lessend
naar wat smacht verslaafd
Water schimmig op het oog dat alles onttrekt
wat naakt nog eerder de lust bezat
mist nu maar straks alles weer
Water hemelhoog blakend schaap
of donderkop grazend op een wolkendek
dat mij de zon ontneemt en weer geeft
Water dat zo stijf bevroren om de ledematen
kleeft voor lul daar harder achterlaat
dan op de rijp van de gestorven baard
Water toch dat smeltend zoet vervloeiend
wegen baant druppelsgewijs naar weer
een oceaan dat zouter stouter beukt
Water dat van kruin naar dal op kusten beukt
baarmoeder speelt en vruchtwater geeft
een oplossing voor nageslacht
Water waar in een zaaddier zwoegt
een eicel ploeterend toch dooier wordt
in vermenigvuldigingsdrift ook uitkomt
Water dat doodkalm de hemel weergeeft
waarin alweer een gedachte verdrinkt
die zelfmoord pleegt uit watersnood
je hersenpan explodeert zo zeer genot
genoot dat gillend het gelijk wil aan zijn zijde
Water zo hard dat je schedeldak brak
gemeen snedig de huid bloedt dood
rood over het staalglans gelaat
Water dat zacht en soepel door t keel
gat glijdt zalvend lessend
naar wat smacht verslaafd
Water schimmig op het oog dat alles onttrekt
wat naakt nog eerder de lust bezat
mist nu maar straks alles weer
Water hemelhoog blakend schaap
of donderkop grazend op een wolkendek
dat mij de zon ontneemt en weer geeft
Water dat zo stijf bevroren om de ledematen
kleeft voor lul daar harder achterlaat
dan op de rijp van de gestorven baard
Water toch dat smeltend zoet vervloeiend
wegen baant druppelsgewijs naar weer
een oceaan dat zouter stouter beukt
Water dat van kruin naar dal op kusten beukt
baarmoeder speelt en vruchtwater geeft
een oplossing voor nageslacht
Water waar in een zaaddier zwoegt
een eicel ploeterend toch dooier wordt
in vermenigvuldigingsdrift ook uitkomt
Water dat doodkalm de hemel weergeeft
waarin alweer een gedachte verdrinkt
die zelfmoord pleegt uit watersnood
De euthanasist
Zingeving werd wetgeving
ik zal niemand kwaad doen
een dodelijk middel
valt slechts mij ten deel
in het zuiverst van mijn geest
waar geen miskraam opgewekt is
anders het snijden van de steen
dat ik zal nalaten te naaien
daar was van razernij vanuit de artsenij
hij die uit dit lijden verloste leven
sleurde hij de dood op de valreep
nog uit de plooien van de lakens
blies uit zijn naam de laatste adem
zwoeler dan de lucht die augustus
naliet in de neusvleugels trillen
stuitend toch zo op het hoornvlies
maar nu kabbelt water uit de kraan
tot de ceramische kop het snoerde
er stroomde geen druppel woorden
uit de buis dat met lucht gemengd
zo bruisend klonk in kwaad bloed gezet
verdund rosé rood de bijdragen
uit een afgedrukt verleden.
ik zal niemand kwaad doen
een dodelijk middel
valt slechts mij ten deel
in het zuiverst van mijn geest
waar geen miskraam opgewekt is
anders het snijden van de steen
dat ik zal nalaten te naaien
~~~~vorige week naaide postuum
~~~~de walrus Komrij kwabbig reeds
~~~~Nico van der Linden in het pak
~~~~na later bleek nalatig reeds
~~~~ook de Nooteboom brak
~~~~op de houten doosvrucht stuk
~~~~met op lingerie geplaatste poëzie
daar was van razernij vanuit de artsenij
hij die uit dit lijden verloste leven
sleurde hij de dood op de valreep
nog uit de plooien van de lakens
blies uit zijn naam de laatste adem
zwoeler dan de lucht die augustus
naliet in de neusvleugels trillen
stuitend toch zo op het hoornvlies
maar nu kabbelt water uit de kraan
tot de ceramische kop het snoerde
er stroomde geen druppel woorden
uit de buis dat met lucht gemengd
zo bruisend klonk in kwaad bloed gezet
verdund rosé rood de bijdragen
uit een afgedrukt verleden.
vrijdag 8 november 2013
Ik las
de guldensporensporenslag op zoek
naar waanzin uit vervlogen tijden
een spiegel die werd ingeslagen
kwam terloops dit bloedbad tegen
het werd mij ingegeven door de Griek
hoe ziek hoe ongeneeslijk ziek die Griek
om bij wet het vrouwelijk vlees te keuren
op besmettingen van hun mannelijk lid
een staat verworden tot een abortoir
waar recht vooruit een haakse bocht
Europa bevlekt in viraal denken
die keuringsdienst van waren toch
de gulden snede op HIV verzet test
de keurslagers van het gezag handhaven
met hun verdorven geest smetvrees
tot staat van ontbinding maken
naar waanzin uit vervlogen tijden
een spiegel die werd ingeslagen
kwam terloops dit bloedbad tegen
het werd mij ingegeven door de Griek
hoe ziek hoe ongeneeslijk ziek die Griek
om bij wet het vrouwelijk vlees te keuren
op besmettingen van hun mannelijk lid
een staat verworden tot een abortoir
waar recht vooruit een haakse bocht
Europa bevlekt in viraal denken
die keuringsdienst van waren toch
de gulden snede op HIV verzet test
de keurslagers van het gezag handhaven
met hun verdorven geest smetvrees
tot staat van ontbinding maken
woensdag 6 november 2013
De zienswijze
De man
met een herkenningsteken
tikt met z'n wijsvinger
op een bliktrommel
waarin hij opgesloten zit
loopt door de groeven
van z'n langspeelplaten
op gehoorsafstand af
op de glazen waarin hij
zichzelf weerspiegelt ziet
rekent af met zijn verleden
die hij ingelijst ziet hangen
met een prijskaartje daaraan
het stadsgezicht is duur
betaald dat lachend
onder z'n arm meegaat
een vrouw
speelt paspop
bij zijn paspoort waar in hij
opgenomen staat
zij is wat ontdaan
voelt zich afgeleefd
ontkleed tot op de huid
naakt verlaten zij
hand in hand tweedehands
het filiaal
met een herkenningsteken
tikt met z'n wijsvinger
op een bliktrommel
waarin hij opgesloten zit
loopt door de groeven
van z'n langspeelplaten
op gehoorsafstand af
op de glazen waarin hij
zichzelf weerspiegelt ziet
rekent af met zijn verleden
die hij ingelijst ziet hangen
met een prijskaartje daaraan
het stadsgezicht is duur
betaald dat lachend
onder z'n arm meegaat
een vrouw
speelt paspop
bij zijn paspoort waar in hij
opgenomen staat
zij is wat ontdaan
voelt zich afgeleefd
ontkleed tot op de huid
naakt verlaten zij
hand in hand tweedehands
het filiaal
dinsdag 5 november 2013
Verdorven
De natuur die is
verdroten
dat klinkt natuurlijk
wel bezopen
maar dat is nu
eenmaal zo
er zijn schepselen
verdwenen naar het scheen
ook dat is heel vervelend
maar zo is het gegaan
levende have op de schop
ter aarde maar wel bezorgd
bestellen we de laatste resten
en schrijven ze gewoon uit
de scheppingsdrift raakt uitgeput
daar rust een goddelijke zegen op
gebeden en ook geprezen lijdt
geen twijfel meer dan toen
maandag 4 november 2013
Kijk daar gaat een oude dijk
Het landschap strompelt
langzaam aan hem voorbij
een kroonluchter in es licht op
de spreeuwen vliegen uit
het uitgebeten riet bleek zilvergrijs
meer uitgevreten ligt de horizon
naakt voldaan bij te komen
van een schanddaad
die een ieder ontgaat
het neigt wat schots
maar is gewoon
polderland nooit scheef
eender eindig tot oneindig
houdt het midden tussen slaper
maar baant zich toch weg
ergens bij een coupure
steekt het hoe opgelucht
maar uitgekeken uitgestrekt
haar boezem zwaar ademend
het zicht daar uit ontneemt
de lust tot het waterkeren
waar wad en weide overgaan
langzaam aan hem voorbij
een kroonluchter in es licht op
de spreeuwen vliegen uit
het uitgebeten riet bleek zilvergrijs
meer uitgevreten ligt de horizon
naakt voldaan bij te komen
van een schanddaad
die een ieder ontgaat
het neigt wat schots
maar is gewoon
polderland nooit scheef
eender eindig tot oneindig
houdt het midden tussen slaper
maar baant zich toch weg
ergens bij een coupure
steekt het hoe opgelucht
maar uitgekeken uitgestrekt
haar boezem zwaar ademend
het zicht daar uit ontneemt
de lust tot het waterkeren
waar wad en weide overgaan
zondag 3 november 2013
Alweerman
De hydroloog er niet om dat pijpenstelen in zijn aard lag.
Hij moddert zich daarvoor door veld of wegen tot hij een ons is.
Ergens wat bliksemschichtig van neerslachtigheden denkt hij,
"ach verleden dat is ook zoiets". Niet om door te komen in dit geregen
was ik van huis uit maar op m'n sneeuwjacht blijven steken op de plas.
Er hangt wat in de lucht, zucht even denkbeeldig een windbuil die je valt
op de stenen kletterend tot glanzend avondschemerlicht leven.
De waterbouwkundige denkt nog even aan de rug toe waterkeren,
maar ziet daarvan af een fenomeen dat dat om het even druppelsgewijs doseert.
kennis gedreven stuwt het kribvak hem tot vakkennis van zijn overbuur, welk
het aan de lippen staat te lezen hoe vloeibaar alles wegebt in een golfbeweging.
Wacht eens even het tij keert hier naar een overvloed beweging die onuitblusbaar
verdrinkt in hagelstenen
Hè, maar wacht eens even; hoeveel watersnoden zijn nu al niet geledigd
met blank staan, in plaats van rood op de bank
waar zoveel zwart gemaakte mensen plaatsnamen
van wereldfaam en witgewassen door bleekschetige meisjes
die van kleur verschieten om in de sneeuwwitte jachten rond te racen
tegen de waterlopers van deze tijd.
Hij moddert zich daarvoor door veld of wegen tot hij een ons is.
Ergens wat bliksemschichtig van neerslachtigheden denkt hij,
"ach verleden dat is ook zoiets". Niet om door te komen in dit geregen
was ik van huis uit maar op m'n sneeuwjacht blijven steken op de plas.
Er hangt wat in de lucht, zucht even denkbeeldig een windbuil die je valt
op de stenen kletterend tot glanzend avondschemerlicht leven.
De waterbouwkundige denkt nog even aan de rug toe waterkeren,
maar ziet daarvan af een fenomeen dat dat om het even druppelsgewijs doseert.
kennis gedreven stuwt het kribvak hem tot vakkennis van zijn overbuur, welk
het aan de lippen staat te lezen hoe vloeibaar alles wegebt in een golfbeweging.
Wacht eens even het tij keert hier naar een overvloed beweging die onuitblusbaar
verdrinkt in hagelstenen
Hè, maar wacht eens even; hoeveel watersnoden zijn nu al niet geledigd
met blank staan, in plaats van rood op de bank
waar zoveel zwart gemaakte mensen plaatsnamen
van wereldfaam en witgewassen door bleekschetige meisjes
die van kleur verschieten om in de sneeuwwitte jachten rond te racen
tegen de waterlopers van deze tijd.
Over wuivend riet
Verstofte aarde omgeploegde hemel
bogend over glanzend stalen messen
van de boer die snedig de horizon afmat.
O, uitgeputte lucht zo bewierookt bewolkte
blauwe vouwen in de plooien van het gelaat.
Bukt een zweem van zwarte grond omhoog
gebukt brak daar de zon in duizend stralen
uiteengedreven maar opgeheven weg.
Gebaand door regen striemend leven
wind gewogen te licht te vluchtig zweven.
Ergens dwaalt langs een lichaam van gras
een grazig wezen dat met warme slagen
duizelingwekkend afgewenteld is.
bogend over glanzend stalen messen
van de boer die snedig de horizon afmat.
O, uitgeputte lucht zo bewierookt bewolkte
blauwe vouwen in de plooien van het gelaat.
Bukt een zweem van zwarte grond omhoog
gebukt brak daar de zon in duizend stralen
uiteengedreven maar opgeheven weg.
Gebaand door regen striemend leven
wind gewogen te licht te vluchtig zweven.
Ergens dwaalt langs een lichaam van gras
een grazig wezen dat met warme slagen
duizelingwekkend afgewenteld is.
zaterdag 2 november 2013
Het zint hem
niet dat hij zij eenzaam is
zo vreselijk eerzaam was
of zo alleen maar op zichzelf
genomen genoegzaam lijkt
dan blijkt hij eerder nog
alleengaand een gevaar
voor menig vrouw zo
begerensonwaardig te zijn
dan weer ligt hij doodleuk
thuis wat in zichzelf gekeerd
nog een probleem dat woonlijk
in de woonwijk waar iemand
aanstoot aan heeft domweg
omdat het niemand aanspreekt
hoe zielsgelukkig hij alleen
maar was toen niemand hem
aanspreekt gewoon omdat
hij de middelbare man
niemand aansprak
in de tijd dat hij iedereen
tegen stond vanwege zijn
middelmatigheid in staat
van ontbinding hoofdstedelijk
te stinken naar ondeugdelijk lijk
zo vreselijk eerzaam was
of zo alleen maar op zichzelf
genomen genoegzaam lijkt
dan blijkt hij eerder nog
alleengaand een gevaar
voor menig vrouw zo
begerensonwaardig te zijn
dan weer ligt hij doodleuk
thuis wat in zichzelf gekeerd
nog een probleem dat woonlijk
in de woonwijk waar iemand
aanstoot aan heeft domweg
omdat het niemand aanspreekt
hoe zielsgelukkig hij alleen
maar was toen niemand hem
aanspreekt gewoon omdat
hij de middelbare man
niemand aansprak
in de tijd dat hij iedereen
tegen stond vanwege zijn
middelmatigheid in staat
van ontbinding hoofdstedelijk
te stinken naar ondeugdelijk lijk
Bladstille
Een dag waarop
een knetterharde dakpan
in scherven lag
vergeten ook omver
de boom die brak
terwijl juist nu
een luttel blad
met alle gemak
de druppel van tak
opvangt in haar groen
maar o zo broos
verblekend aangezicht
het is in dit speelse licht
dat alles wederkerig is
een knetterharde dakpan
in scherven lag
vergeten ook omver
de boom die brak
terwijl juist nu
een luttel blad
met alle gemak
de druppel van tak
opvangt in haar groen
maar o zo broos
verblekend aangezicht
het is in dit speelse licht
dat alles wederkerig is
vrijdag 1 november 2013
Zespotig
Je denkt wat schunnig al gauw aan trio
want wie doet er nu zoiets anders
dan gewoon te tellen wat je ziet
tot dat blijkt dat hexapoda ook
daartoe behoort wat je vermoed
dan blijft het vunzig voor de rest
die liever dacht dan zag waar ik
op doelde toen ik bedacht
hoe of meerpotig dat zou voelen
want wie doet er nu zoiets anders
dan gewoon te tellen wat je ziet
tot dat blijkt dat hexapoda ook
daartoe behoort wat je vermoed
dan blijft het vunzig voor de rest
die liever dacht dan zag waar ik
op doelde toen ik bedacht
hoe of meerpotig dat zou voelen
zondag 27 oktober 2013
Het Hollandse steen
en been zit als gegoten om hen heen
bewegingsleerlooierijen van weleer
is plotseling van iedereen
zelfs de dweepzieken van eeuwen geleden
worden omringd door hun verleden
of door grachtengordels omgegeven
zo vleselijk vrijgezint dat niemand
zich daarin meer in hervindt
terwijl alles zich naar binnen toe richt
gaat het hoe bekrompen ook over
alles en iedereen
-
O mokumslag bij heldere hemel
hoe verlicht kunnen we nog zijn
hoelang heb ik daarin mezelf bedreven
uiteindelijk gemaakt met wie ik ben.
bewegingsleerlooierijen van weleer
is plotseling van iedereen
zelfs de dweepzieken van eeuwen geleden
worden omringd door hun verleden
of door grachtengordels omgegeven
zo vleselijk vrijgezint dat niemand
zich daarin meer in hervindt
terwijl alles zich naar binnen toe richt
gaat het hoe bekrompen ook over
alles en iedereen
-
O mokumslag bij heldere hemel
hoe verlicht kunnen we nog zijn
hoelang heb ik daarin mezelf bedreven
uiteindelijk gemaakt met wie ik ben.
De zaadlozen
Meeste tijds hebben ze niets om handen
schieten ze in alles schroomlijk tekort
blijven nageslacht als enige
over en begrijpen er de ballen van
Hoe toch zij zo doodlopend
op niets uitlopen dat vruchtbaar was
onderwijl verwekt uit vlees en bloed
wellicht uit louter lust geschapen
nu toch niets meer uit hun voortkomt
dat ooit uit hun naam wederopstaan
zaadlozend razend leven en weer
liefst potentaat zeer potent
vermenigvuldig nu latent
zelfs geen natte droom meer is
schieten ze in alles schroomlijk tekort
blijven nageslacht als enige
over en begrijpen er de ballen van
Hoe toch zij zo doodlopend
op niets uitlopen dat vruchtbaar was
onderwijl verwekt uit vlees en bloed
wellicht uit louter lust geschapen
nu toch niets meer uit hun voortkomt
dat ooit uit hun naam wederopstaan
zaadlozend razend leven en weer
liefst potentaat zeer potent
vermenigvuldig nu latent
zelfs geen natte droom meer is
vrijdag 25 oktober 2013
Op krassen
is altijd te horen
hoe goed
beluisterd dat wel is
zelden in een stervensfase
gestrand in weerbarstigheden
oude krakers op z'n best
de bard heeft geen baard
meer in z'n keel
figuurzagend aan de weg
maar weldra zo pal na twaalven
valt nog wel wat te beluisteren
wat recent is uitgebracht
tegenwoordig van geest
met water aan de lippen
in delta chronologisch
vastgesteld liet hij liefde
vloeien weg geblazen
in de wind
in lang vervlogen tijden
op een orgeltje gorgelend
toontjes goochelend
de vingers ingewikkeld
in de gestolen handschoen
die toegeworpen werd...
_______________ach________grootheden______
vinden er altijd wel wat van
laat staan van horen zeggen dat
of verder eigenlijk nietszeggend
in hun luisterend oor gespeld.
hoe goed
beluisterd dat wel is
zelden in een stervensfase
gestrand in weerbarstigheden
oude krakers op z'n best
de bard heeft geen baard
meer in z'n keel
figuurzagend aan de weg
maar weldra zo pal na twaalven
valt nog wel wat te beluisteren
wat recent is uitgebracht
tegenwoordig van geest
met water aan de lippen
in delta chronologisch
vastgesteld liet hij liefde
vloeien weg geblazen
in de wind
in lang vervlogen tijden
op een orgeltje gorgelend
toontjes goochelend
de vingers ingewikkeld
in de gestolen handschoen
die toegeworpen werd...
_______________ach________grootheden______
vinden er altijd wel wat van
laat staan van horen zeggen dat
of verder eigenlijk nietszeggend
in hun luisterend oor gespeld.
Hart
Ze hebben alles van een fraaie naam voorzien,
duiden daarmee mijn weefsel aan.
Niets blijkt ongezien benoemd
door het ontleedkundig oog.
Het klopt, dat gaat vanzelf,
door merg en been mijn bloed.
Er tekent zich een noodkreet af.
Hoe zeer bedwelmt daarin de ether
zeeft een lichaamloos geheel.
Even vakbekwaam grijpt daar
een vrouwenhand omzichtig
naar het open hart.
Ze kent de kwaal bij naam.
De adem stokt haar oog verdwaalt
naar diepere lagen In m'n bestaan.
Daar ongenakend naakt trekt saam
de spier geschokt het zich weer aan.
Zo levensvatbaar werd ik weer gemaakt.
Ze glimlacht bij het ontwaken me aan.
Als herboren wist ik ook mijn naam.
Het is vreemd gegaan te weten hoe
door een enkel oog van de naald
de huid weer heelt in samengetrokken bestaan.
Ik ben blauw bloed gelijk een levensgevaar.
Mijn borstbeen kraakt terwijl ook zij
juist door mijn liezen heen mij aanzag.
Hoe aanstotend leeg dat kalm vibreren
zo nutteloos en rusteloos kan blijven slaan.
Ja haar handen waren gereinigd nu,
van mijn bloed ontdaan, weer soepel
lenig blank met elegante vingers
slechts een enkel gebaar.
Die eerder nog mijn leven vatte
uitgeweken smekend keek ik haar aan.
Was ik werkelijk van zover weer hier?
Nee, slechts een wijl dat mij versteld liet staan!
duiden daarmee mijn weefsel aan.
Niets blijkt ongezien benoemd
door het ontleedkundig oog.
Het klopt, dat gaat vanzelf,
door merg en been mijn bloed.
Er tekent zich een noodkreet af.
Hoe zeer bedwelmt daarin de ether
zeeft een lichaamloos geheel.
Even vakbekwaam grijpt daar
een vrouwenhand omzichtig
naar het open hart.
Ze kent de kwaal bij naam.
De adem stokt haar oog verdwaalt
naar diepere lagen In m'n bestaan.
Daar ongenakend naakt trekt saam
de spier geschokt het zich weer aan.
Zo levensvatbaar werd ik weer gemaakt.
Ze glimlacht bij het ontwaken me aan.
Als herboren wist ik ook mijn naam.
Het is vreemd gegaan te weten hoe
door een enkel oog van de naald
de huid weer heelt in samengetrokken bestaan.
Ik ben blauw bloed gelijk een levensgevaar.
Mijn borstbeen kraakt terwijl ook zij
juist door mijn liezen heen mij aanzag.
Hoe aanstotend leeg dat kalm vibreren
zo nutteloos en rusteloos kan blijven slaan.
Ja haar handen waren gereinigd nu,
van mijn bloed ontdaan, weer soepel
lenig blank met elegante vingers
slechts een enkel gebaar.
Die eerder nog mijn leven vatte
uitgeweken smekend keek ik haar aan.
Was ik werkelijk van zover weer hier?
Nee, slechts een wijl dat mij versteld liet staan!
donderdag 24 oktober 2013
Gaslek
De bodemdaling wordt opgepompt
tot een groot drama van krimpscheuten
alles lijkt erin ten onder en komt er niet
meer bovenop of stort in tot groot gevolg
toch komt tot euforisch genoegen vanuit het westen
in de avond de witte schimmel weer stormenderhand
versneld weer in een kakofonie van aldanniet
geanonimiseerd maar zeer geanimeerd genoegen
in busjes aangesneld om thuiswaarts te vertoeven
ze duiken onder voor aanzwellende belastingdruk
teweer gesteld of toch liever te naam gevoerd
in sierletters zeker tekort weer door de bocht
in een verwachtingspatroon uiteengezet
het avondrood speelt parten over fel begeerd groen
van in de regel wintergraan dat jonger nog weer kiemt
rap rapper dan de ploeg delft de zwarte aarde onderspit
daarover rept de man van de gevoelige plaat daar zij
juist zij alles daarin weer vastlegt wat weerlegt
een tegendeel bleek toen zeer verblindt ik nader kwam
haar terzijde wierp me ophief en in tegengestelde koers
haar nakt daar achterliet ofschoon haar lijfelijkheid
mij sierlijk aandeed in fel begeren van de koele wind
tot een groot drama van krimpscheuten
alles lijkt erin ten onder en komt er niet
meer bovenop of stort in tot groot gevolg
toch komt tot euforisch genoegen vanuit het westen
in de avond de witte schimmel weer stormenderhand
versneld weer in een kakofonie van aldanniet
geanonimiseerd maar zeer geanimeerd genoegen
in busjes aangesneld om thuiswaarts te vertoeven
ze duiken onder voor aanzwellende belastingdruk
teweer gesteld of toch liever te naam gevoerd
in sierletters zeker tekort weer door de bocht
in een verwachtingspatroon uiteengezet
het avondrood speelt parten over fel begeerd groen
van in de regel wintergraan dat jonger nog weer kiemt
rap rapper dan de ploeg delft de zwarte aarde onderspit
daarover rept de man van de gevoelige plaat daar zij
juist zij alles daarin weer vastlegt wat weerlegt
een tegendeel bleek toen zeer verblindt ik nader kwam
haar terzijde wierp me ophief en in tegengestelde koers
haar nakt daar achterliet ofschoon haar lijfelijkheid
mij sierlijk aandeed in fel begeren van de koele wind
maandag 21 oktober 2013
De 7de
hemel ik was de tel kwijt halverwege
keek omhoog er vloog een torenvalk
over verder was het bijna blauw
toch viel in deze uitgespaarde ruimte
van het washok ver naar boven
het zicht niet tegen toen die wolk
daar over dreef het was dat ik bleef
steken anders was ik ook overgedreven
keek omhoog er vloog een torenvalk
over verder was het bijna blauw
toch viel in deze uitgespaarde ruimte
van het washok ver naar boven
het zicht niet tegen toen die wolk
daar over dreef het was dat ik bleef
steken anders was ik ook overgedreven
Spervuur
Hij is geen neger
slechts uitgebleekt
een bleke scheet
die onheil preekt
braakt en blaakt
zwartwitter
in de groene wei
de ware blaarkop is hij
altijd aan het zwarte pieten
bijvoorkeur bij veel grieten
in het geniep dorst hij
naar tieten maar ziet
zwart voor ogen
in blinde woede
hoe zijn laagland
verder verloedert
het premvuur komt wat prematuur
hem over de verbeten lippen
zijn wereldje is doorgedraaid
je ziet het avondrood al gloren
onder z'n dun pigmentje ach
ach wat een ventje dat niet
ziet hoe nep de roetmop is
waar hij z'n kop aan stoot
terwijl hij moord en brand
schreeuwt van de leed
die men hem niet aandeed.
slechts uitgebleekt
een bleke scheet
die onheil preekt
braakt en blaakt
zwartwitter
in de groene wei
de ware blaarkop is hij
altijd aan het zwarte pieten
bijvoorkeur bij veel grieten
in het geniep dorst hij
naar tieten maar ziet
zwart voor ogen
in blinde woede
hoe zijn laagland
verder verloedert
het premvuur komt wat prematuur
hem over de verbeten lippen
zijn wereldje is doorgedraaid
je ziet het avondrood al gloren
onder z'n dun pigmentje ach
ach wat een ventje dat niet
ziet hoe nep de roetmop is
waar hij z'n kop aan stoot
terwijl hij moord en brand
schreeuwt van de leed
die men hem niet aandeed.
zondag 20 oktober 2013
Het kind, het waswater en tobben daarover.
Veelal een vluggertje achteraf
geluk voor later maar eerst straf
soms broer en zus of zus en zo
nooit zo als het hoort of zo
ongewenst geval of te perfect
vaker scheelt er iets defect
een glimlach uitgedrukt in haat
liefde ook gepaard zoals het gaat
ziekten zijn het van het geslacht
verkeerd gepland verkeerd doordacht
uit zeven zonden nooit een gezond
loopt de kinderschare zwaar verwond
ze niet verwensen maar wel wensen
dat aanrommelen genezend heelt
verwekt het vlees wat er aan scheelt
gewoon te veel weg van de mensen
ze had Vaginaatje kunnen heten maar zo
heette ze niet hij had Phallus kunnen zijn
maar was het niet al draaide 't erom enzo
zijn het thans slechts geslachtsdelen fijn
voor nageslacht of iets van wortels waar
uit ontsproten waterloten weer naar de kloten
gaat te zwaar voor woorden zwart gemaakt
of uit de kleren gaat of doodgewoon
voor lul de politiek in gaat of alledaags
eenvoud naamloos verder gaat danwel vergaat.
geluk voor later maar eerst straf
soms broer en zus of zus en zo
nooit zo als het hoort of zo
ongewenst geval of te perfect
vaker scheelt er iets defect
een glimlach uitgedrukt in haat
liefde ook gepaard zoals het gaat
ziekten zijn het van het geslacht
verkeerd gepland verkeerd doordacht
uit zeven zonden nooit een gezond
loopt de kinderschare zwaar verwond
ze niet verwensen maar wel wensen
dat aanrommelen genezend heelt
verwekt het vlees wat er aan scheelt
gewoon te veel weg van de mensen
Een voor zijn doen bekend persoon
met inzichtelijke scheppingsdriften
drijft de spot met boon en loon
adopteert een kind met vele giften
Zij ook al buitengewoon getalenteerd
gedroeg bezwangerd van de vrucht
het mensdom weer geheel verleerd
een warm hart toe met een diepe zucht
het kinderke van de rekening liep
perfect in volmaakte zin en schiep
op gevoelige plaat een wonderkind
bevlogen opgetogen maar eensgezind
heette ze niet hij had Phallus kunnen zijn
maar was het niet al draaide 't erom enzo
zijn het thans slechts geslachtsdelen fijn
voor nageslacht of iets van wortels waar
uit ontsproten waterloten weer naar de kloten
gaat te zwaar voor woorden zwart gemaakt
of uit de kleren gaat of doodgewoon
voor lul de politiek in gaat of alledaags
eenvoud naamloos verder gaat danwel vergaat.
dinsdag 15 oktober 2013
Als het einde niet op tijd komt
Het boek als uit is, geluk weg ebt
alles al uit het zicht is maar het einde
niet dan loopt het niet
goed af en blijft het open
waar het gedicht had moeten zijn
alles al uit het zicht is maar het einde
niet dan loopt het niet
goed af en blijft het open
waar het gedicht had moeten zijn
zaterdag 12 oktober 2013
Oh ja zeker
Hij houdt van lillerig vlees
hun drukwerk spreekt boekdelen
je kunt er niet om heen
wanneer, met blosjes
op de wangen, je
het gladde van hun gezichten
als woorden in gedichten afleest
het glimt je tegen
kleur bekennen is het levensteken
dat schaamrood zelfs zwart
gemaakt nog maagdelijk wit ziet
neem het ze niet kwalijk
dat borsten dansen op de zwaartekracht
en soepel los waaien onder handbereik
je houdt het niet tegen of je wilt of niet
dat op maat van de muziek om heimelijk
te bewegen rond hun middelpunt
hoeveel overtallig vet er ook om zit
blijven zijn woorden wellustig spelen
in de voornaam die op de mijne lijkt
verschillen wij niet veel meer
dan een letterteken
al met al die tienen
zijn wij geen landgenoten meer
blijkt hij eilandbewoner en ik ver weg
gelijkend op een afscheidingsbeweging
hij vurig gelijk een Spaanse wegslak
draaft als een paard uit het grijs verleden door
hoe donker niet duister is
maar puur geweten
de dichter
die de branding
rondom zijn kusten weet.
hun drukwerk spreekt boekdelen
je kunt er niet om heen
wanneer, met blosjes
op de wangen, je
het gladde van hun gezichten
als woorden in gedichten afleest
het glimt je tegen
kleur bekennen is het levensteken
dat schaamrood zelfs zwart
gemaakt nog maagdelijk wit ziet
neem het ze niet kwalijk
dat borsten dansen op de zwaartekracht
en soepel los waaien onder handbereik
je houdt het niet tegen of je wilt of niet
dat op maat van de muziek om heimelijk
te bewegen rond hun middelpunt
hoeveel overtallig vet er ook om zit
blijven zijn woorden wellustig spelen
in de voornaam die op de mijne lijkt
verschillen wij niet veel meer
dan een letterteken
al met al die tienen
zijn wij geen landgenoten meer
blijkt hij eilandbewoner en ik ver weg
gelijkend op een afscheidingsbeweging
hij vurig gelijk een Spaanse wegslak
draaft als een paard uit het grijs verleden door
hoe donker niet duister is
maar puur geweten
de dichter
die de branding
rondom zijn kusten weet.
vrijdag 11 oktober 2013
De hang naar de vergankelijkheid
_________stylloos____________
Mijn zoon vroeg hoe of dat plein heette
waar opa altijd heen ging voor de markt
40 - 45 de plaats
waar alles overtijd
overrijp of verder
al te over leek
ook leek alles
een habbekrats
spaarzaam ook
voor wie danook
dat wat leek
dan herinner ik me
hoe achteraf dat is
zover al weer over tijd
heen eeuwen geleden
dat carillon van de vergankelijkheid
spelend op 5 mei voor de bevrijding
een ode aan de dode van verzet
te lang geleden ten rustte gelegd
een koopje achteraf bezien
Hij moet zo oud geweest zijn toen dat speelde
een wereldreis te fiets door nieuw west
de bijna dagelijkse gang zijn der dingen
de pijn betrapt te zijn
op leven in het geniep
maar niet
al in de kiem
gesmoord
eenzaamheid in het klein
de houdbaarheidsdatum
was toen al verstreken
donderdag 10 oktober 2013
maandag 7 oktober 2013
Een trager warme vroege herfstmiddag
De zon schijnt lager, schaduwen tekenen in een lange haal halmen op de tegels.
Ergens gaat een rolemmer tekeer, verwacht het legen maar dat blijft achterwege.
De wind bladert sloom door de krant, bladzijde voor bladzijde verdwijnt het nieuws.
Ongelezen vouw ik het gekregen boekje op de rug, het breekt niet in tweeën.
Een vogel spreekt in gebarentaal me tegen, de goud vis spartelt even en verdwijnt eveneens.
Vermoedelijk een lange haal en zie de slokdarm nog even bewegen voor ook die verdwijnt.
Achter in de tuin, wat ritselend blad, groener dan het lijkt kleurt de herfst op.
Het geknede deeg rijst achter het glas trager dan verwacht, het valt niemand op, dus ook niet tegen.
De tijd neemt het lichtvaardig op,geen uur na twaalven verandert iets aan de temperatuur.
Ik voel de hoofdhuid, dunner, met vervellen verlies ik de kleur, zo tekenend voor de zomer uit mijn gezicht.
Gister nog, we fietsten naar het wad, kwam ik mensen tegen, ze reden zonder reden, of opgave daarvan, langs ons heen.
De kale stilte van de polder, anders altijd zo vol van wind, maakte het fietsen licht.
Waar ook nu nog de tomaten blozen, ik in gedachten terugloop in het bos.
Waar ooit iemand me vergezelde die wenste, belangeloos overigens, mijn begraafplaats aan te doen.
Al bijna vergeten hoe zacht in bijna nevelen gehuld haar lichaam schreed door mijn gedachten.
Ze heeft me vrolijk bij de hand genomen, voorbij dat punt nog onderscheidbaar aan elkaar.
Daar het haar licht verveelde zijn we gewoon verdwaald naar elkaar.
Ik ben achter gebleven daar blijven staan, een warme najaarsdag slomer wind in hoog geboomte, hier zover vandaan.
Op zoek bij een leeg kanaalpand, zonder reden, wat al oudere essen, geen spoor van leven.
Anders dan mijn metgezel, die ruikt de bodem en zoekt wat gebroken stokjes bijeen, zonder weet.
De vergetelheid van brandnetels, ondoordringbaar riet, onzichtbaar aan het oog onttrokken, verdwijnen we weer over een slaper waaroverheen geen medeklinker valt.
Ergens gaat een rolemmer tekeer, verwacht het legen maar dat blijft achterwege.
De wind bladert sloom door de krant, bladzijde voor bladzijde verdwijnt het nieuws.
Ongelezen vouw ik het gekregen boekje op de rug, het breekt niet in tweeën.
Een vogel spreekt in gebarentaal me tegen, de goud vis spartelt even en verdwijnt eveneens.
Vermoedelijk een lange haal en zie de slokdarm nog even bewegen voor ook die verdwijnt.
Achter in de tuin, wat ritselend blad, groener dan het lijkt kleurt de herfst op.
Het geknede deeg rijst achter het glas trager dan verwacht, het valt niemand op, dus ook niet tegen.
De tijd neemt het lichtvaardig op,geen uur na twaalven verandert iets aan de temperatuur.
Ik voel de hoofdhuid, dunner, met vervellen verlies ik de kleur, zo tekenend voor de zomer uit mijn gezicht.
Gister nog, we fietsten naar het wad, kwam ik mensen tegen, ze reden zonder reden, of opgave daarvan, langs ons heen.
De kale stilte van de polder, anders altijd zo vol van wind, maakte het fietsen licht.
Waar ook nu nog de tomaten blozen, ik in gedachten terugloop in het bos.
Waar ooit iemand me vergezelde die wenste, belangeloos overigens, mijn begraafplaats aan te doen.
Al bijna vergeten hoe zacht in bijna nevelen gehuld haar lichaam schreed door mijn gedachten.
Ze heeft me vrolijk bij de hand genomen, voorbij dat punt nog onderscheidbaar aan elkaar.
Daar het haar licht verveelde zijn we gewoon verdwaald naar elkaar.
Ik ben achter gebleven daar blijven staan, een warme najaarsdag slomer wind in hoog geboomte, hier zover vandaan.
Op zoek bij een leeg kanaalpand, zonder reden, wat al oudere essen, geen spoor van leven.
Anders dan mijn metgezel, die ruikt de bodem en zoekt wat gebroken stokjes bijeen, zonder weet.
De vergetelheid van brandnetels, ondoordringbaar riet, onzichtbaar aan het oog onttrokken, verdwijnen we weer over een slaper waaroverheen geen medeklinker valt.
zaterdag 5 oktober 2013
Beeldverantwoording
Ik had ze beide*, man en vrouw, meegenomen voor't plezier.
De een was stadsdichter geweest de ander debuteerde eerder
onder de verdenking van het andere geslacht. Geluk en pret
toen bleek dat zij zichzelf was in lichamelijk- en talig-heid.
Vreemd gegaan zo met die twee, met hun op het lijf geschreven
baldadigheid dat uitgebeeld, zwart wit. wat agiteerde,
maar vereerd, mijn deelgenoten waren,
zolang de openbare leeszaal mij toestond
ze te bezoedelen in hun geest. Ik las, ik lees,
ik bladerde wild en woest tot de lust verging ze door.
Nu zijn ze weg, uitgespeeld en uitgeleefd, uitgepeld tot op
het bot verteerd. Ingeleverd, of beter ingeruild,
niet voor beter, nee slechts tegen beter weten in.
Het worden er vandaag weer twee. Vrouwen het liefst.
Niet door hun gedicht, meer om in hun vlees te delen, gebroken brood,
hun bloed als wijn te keuren met louterende woorden.
Er zijn nu eenmaal noch andermaal geen mannen
waarmee ik zomaar het avondmaal deel. Liever nog
beschonken lezend onder invloed van hun mannelijkheid,
blijf ik de vrouw dichter bij.
-----------------
De een was stadsdichter geweest de ander debuteerde eerder
onder de verdenking van het andere geslacht. Geluk en pret
toen bleek dat zij zichzelf was in lichamelijk- en talig-heid.
Vreemd gegaan zo met die twee, met hun op het lijf geschreven
baldadigheid dat uitgebeeld, zwart wit. wat agiteerde,
maar vereerd, mijn deelgenoten waren,
zolang de openbare leeszaal mij toestond
ze te bezoedelen in hun geest. Ik las, ik lees,
ik bladerde wild en woest tot de lust verging ze door.
Nu zijn ze weg, uitgespeeld en uitgeleefd, uitgepeld tot op
het bot verteerd. Ingeleverd, of beter ingeruild,
niet voor beter, nee slechts tegen beter weten in.
Het worden er vandaag weer twee. Vrouwen het liefst.
Niet door hun gedicht, meer om in hun vlees te delen, gebroken brood,
hun bloed als wijn te keuren met louterende woorden.
Er zijn nu eenmaal noch andermaal geen mannen
waarmee ik zomaar het avondmaal deel. Liever nog
beschonken lezend onder invloed van hun mannelijkheid,
blijf ik de vrouw dichter bij.
-----------------
*Er rest me slechts een afscheidswoord, alvoor ik ze in de gleuf van de lust laat glijden, als ware het geslachtsdelen die paren indachtig de vergetelheid waar menigeen het eerder met ze deed.
Ach, hoe plechtstatig toch hun overzicht! Jaren vastgelegd maagdelijk leliewit tot kernexplosie gedicht en Eva die het nu liet gebeuren over dertig jaar weldadig leed haar appelen mij liet keuren. Als deed ik in m'n gehuwde staat met terugwerkende kracht overspel met haar, werd de vrucht toch niet genoten van weerbarstig vlees. Niet zondig, maar zonde dat ik niet nader tot ze kwam.
vrijdag 4 oktober 2013
Zij aan zij
Ze lopen hand in hand
de levende bewijzen
ze zijn verjaard
maar samen
neem het ze niet kwalijk
kroongetuigen maar dan
ontkurkt varen ze wel
en komen weer wat later
eens zullen zij ook zijn
die een ja woord kunnen geven
schenken leven en vergeten
hoe het was om een te zijn
anders dan een zwijgend paar
uitgesproken woorden
de rimpel vrouw
in strak gesteven mouwen
belegen nog de man
in't zwart wie zal ze
dat vergeven.
de levende bewijzen
ze zijn verjaard
maar samen
neem het ze niet kwalijk
kroongetuigen maar dan
ontkurkt varen ze wel
en komen weer wat later
eens zullen zij ook zijn
die een ja woord kunnen geven
schenken leven en vergeten
hoe het was om een te zijn
anders dan een zwijgend paar
uitgesproken woorden
de rimpel vrouw
in strak gesteven mouwen
belegen nog de man
in't zwart wie zal ze
dat vergeven.
De heenreis
Tot nergens toe gekomen
Overal zijn blijven staan
Zelden rust noch dromen
Ergens hier ver vandaan
Overal zijn blijven staan
Zelden rust noch dromen
Ergens hier ver vandaan
donderdag 3 oktober 2013
Lunatiek
Ze had het op d'r heupen
maar meer ook niet
pijnlijk kort gebroekt
zwart gesnit kwam ze
bol blozend gebeenteaangesneld een jonge hinde
niets liet meer te wensen
over dan haar hese groet
waarmee ze bijna uitgeput
haar tocht zo voor me uit
aflegde gelijk vallend blad
dat alle schijn daar nog
van
had
maar meer ook niet
pijnlijk kort gebroekt
zwart gesnit kwam ze
niets liet meer te wensen
over dan haar hese groet
waarmee ze bijna uitgeput
haar tocht zo voor me uit
aflegde gelijk vallend blad
dat alle schijn daar nog
van
had
Plooitjes
Plekjes ergens ook
een zekere plek
bewaarplaats
voorportaal
met huid en haar
ontvangsthal
de mensheid komt er uit
voortgedreven en bedreven
waar zoveel verlangen nog
uit louter lust prangend week
maar tussentijds haar borsten
losjes lenig in het gelid
dansend soepel vlezig
smakelijk in de vezels
groots en overweldigend
weelderig terwijl zij spit
ongenaakbaar onachtzaam
gebukt gaat in haar lijf
daar op naakte gronden
feitelijk haar lusten bot viert
de achterzijde gelijk
stevent frontaal af
op noeste vlijt
gevormde vormen
voor louter handarbeid
gesmeed gehuld
doorschijnend tint
haar zijde zachte bilspleet
zo zekert zij haar oogst
waar kinderen uitgebroken
nu de schede van Damocles
gapende wonde voor een stonde
parelend op haar lippen ligt
bezweet maar teder
een zekere plek
bewaarplaats
voorportaal
met huid en haar
ontvangsthal
de mensheid komt er uit
voortgedreven en bedreven
waar zoveel verlangen nog
uit louter lust prangend week
maar tussentijds haar borsten
losjes lenig in het gelid
dansend soepel vlezig
smakelijk in de vezels
groots en overweldigend
weelderig terwijl zij spit
ongenaakbaar onachtzaam
gebukt gaat in haar lijf
daar op naakte gronden
feitelijk haar lusten bot viert
de achterzijde gelijk
stevent frontaal af
op noeste vlijt
gevormde vormen
voor louter handarbeid
gesmeed gehuld
doorschijnend tint
haar zijde zachte bilspleet
zo zekert zij haar oogst
waar kinderen uitgebroken
nu de schede van Damocles
gapende wonde voor een stonde
parelend op haar lippen ligt
bezweet maar teder
Laten wij genoten zijn
Het lichaam werd
voldongen feit
in de strijd geworpen
likkebaardend genoten
alle opties stonden open
smetteloos naakt lag het
te koop als betaalmiddel
ze hield van hoge bomen
vooral de wind die je kon horen
fluisterende kledij die zij ontdeed
ritselde foutloos op een hoop
terwijl buiten mussen speelden
de zon scheen
alles te weten
hoewel haar dijen
maagdelijk bleek
bijna onbezonnen
haar schaamstreek
de naakte waarheid
baarde haar verveling
uitgekeken raakte zij
in de laken stof
plooiend zonlicht
bewogen scheen
foutloos wit gespeld
werd de taalstrijd
bedreven
in schoolschrift licht
vlekkeloos dicht
op haar huid
geschreven
voldongen feit
in de strijd geworpen
likkebaardend genoten
alle opties stonden open
smetteloos naakt lag het
te koop als betaalmiddel
ze hield van hoge bomen
vooral de wind die je kon horen
fluisterende kledij die zij ontdeed
ritselde foutloos op een hoop
terwijl buiten mussen speelden
de zon scheen
alles te weten
hoewel haar dijen
maagdelijk bleek
bijna onbezonnen
haar schaamstreek
de naakte waarheid
baarde haar verveling
uitgekeken raakte zij
in de laken stof
plooiend zonlicht
bewogen scheen
foutloos wit gespeld
werd de taalstrijd
bedreven
in schoolschrift licht
vlekkeloos dicht
op haar huid
geschreven
woensdag 2 oktober 2013
De opwachting
Zij neemt zorgvuldigheid in acht
werpt zich in de strijd zoals verwacht
met de blijde boodschap in de schoot
schept ze leven na de dood
Zij heeft de onverschrokkenheid
dat nimmer lijdt tot overdreven spijt
betuigen tegen haar wil en dank
waar ze het niet doet voor de stank
slechts het loepzuiver geweten
het pure uit het vlees gebeend
tot leven in vergankelijkheid
wasdom aan vergetelheid lijdt
uit eigen liefde zij zeer beweend
hoeveel mensenkind al is verweten
werpt zich in de strijd zoals verwacht
met de blijde boodschap in de schoot
schept ze leven na de dood
Zij heeft de onverschrokkenheid
dat nimmer lijdt tot overdreven spijt
betuigen tegen haar wil en dank
waar ze het niet doet voor de stank
slechts het loepzuiver geweten
het pure uit het vlees gebeend
tot leven in vergankelijkheid
wasdom aan vergetelheid lijdt
uit eigen liefde zij zeer beweend
hoeveel mensenkind al is verweten
dinsdag 1 oktober 2013
Het uitgangspunt
!
U herinnert zich nog vast
geketend aan de beelden
gekluisterd aan dat beeld
strak omgorde buiklijn
met pril welvende bilpartij
geen spiegel die verraadde
hoe precies de kruisstreek ging
wit gelaarsd u vroeg zich af
zonder vragen beende naakt
hoog omhoog hoger bloesje
mijn god ja toen kristalhelder
nog voor het fatsoen rotan
flets behangetje lellendeltje
zo ze ooit geschoren zijn
o veeg vraagteken dat rest
naakte waarheid verblekend
gezicht verschrompeld vergezicht
U herinnert zich nog vast
geketend aan de beelden
gekluisterd aan dat beeld
strak omgorde buiklijn
met pril welvende bilpartij
geen spiegel die verraadde
hoe precies de kruisstreek ging
wit gelaarsd u vroeg zich af
zonder vragen beende naakt
hoog omhoog hoger bloesje
mijn god ja toen kristalhelder
nog voor het fatsoen rotan
flets behangetje lellendeltje
zo ze ooit geschoren zijn
o veeg vraagteken dat rest
naakte waarheid verblekend
gezicht verschrompeld vergezicht
maandag 30 september 2013
Vroeger veelal
Haar handen strokarton schuurde trager over het verstild gelaat
berusting is wat er staat vanuit de hoogtijdagen toen geluid
de andere kant uit klonk zo heel basaal oplossen waar jezelf
in doorklinkt luisteren hoe het te persoonlijk klinkt op straat
Een modegril vervaagd tot een banaal gebaar dat stomverveeld
staart naar de krimpscheuten in de regio alwaar keuterboer
in steen gezet de teneur van bodemdaling in het moraal
de landarbeider geharnast verried hoe de ontsluiting met de brommer
het dorp laat klaarkomen op het internet nu er geen grens meer is
we gaan vrijer om met nageslacht dat onzedig wild de streek verlaat
hun toekomst omtovert tot kinderrijk dat zich gaarne ontvolken laat
achter een tweeluik arm en rijk speelt in de arena waar met vergraven
de man z'n hoofd van de romp werd gerukt tijdens reddingswerk
verongelukt stonden wij erbij te kijk hoe wonder boven wonder
Zijn dunne benen niet bezwijken onder de last van de vaatwasser
die over het net gepolijste marmer toch met een rot smak tot staan
gebracht bij wolkenkrabbers het zicht op de natuur ontneemt waarvoor
te duur betaald in het land dat zich nooit verschoont van het verleden
daders allemaal overleden op een hoogbejaarde honkbalknuppel na
Naast mij staat een blonde vrouw met een gefronst vraagteken op het hoofd
een opgedist lijstje namen uit de spaghetti gegrist spreekt boekdelen strafrecht
over klokkenluiders maar uit de geschiedenisboekjes wordt met geen woord gerept
dat onrecht miljoenen stumpers dolgedraaid in tempelbouw van de oliesjeik
sjiek sterven voor de af te trappen bal en weer een kindhuwelijk is gesloten
In schoolkostuum en gympies aan het meisje spelend met haar babypop
gaan hand in hand de zeereep af uit pure lust tot landbehoud van ouwedagen
gaat de jongen van veertien nu gepaard met haar vuil ophalen langs de straat
wordt ergens de begroting op gemaakt van bijstandsmoeders een oud verhaal
van werkzoekend klootjesvolk tot de tand bewapend met gezinsleven behept
Ik lees zinsnedig over het smeerseltje in de ooit zo weelderige delta van weleer
waar nieuwbouw wegvalt tegen renovatie van het oude gelaat dat glimlachend
op de foto gaat om te bouwen aan vrouwtjesputter staat z'n mannetjes staat
verraad de krant nooit waar het omdraait tijdens het lezersfestival en overuren draait
het doorgefokte paard en het verwilderd rund geen veestapel maar oernatuur
kindjes in de ww verwekt worden bij de vleet opa's z'n babyboomerschap verraad
oma's te kust en keur tot sexbom voor het fris en groen blaadje hun tweede jeugd
opmaken bedankt voor afgetuigd saai christelijk gerief en stralend groeit in tijdperk Ik
berusting is wat er staat vanuit de hoogtijdagen toen geluid
de andere kant uit klonk zo heel basaal oplossen waar jezelf
in doorklinkt luisteren hoe het te persoonlijk klinkt op straat
Een modegril vervaagd tot een banaal gebaar dat stomverveeld
staart naar de krimpscheuten in de regio alwaar keuterboer
in steen gezet de teneur van bodemdaling in het moraal
de landarbeider geharnast verried hoe de ontsluiting met de brommer
het dorp laat klaarkomen op het internet nu er geen grens meer is
we gaan vrijer om met nageslacht dat onzedig wild de streek verlaat
hun toekomst omtovert tot kinderrijk dat zich gaarne ontvolken laat
achter een tweeluik arm en rijk speelt in de arena waar met vergraven
de man z'n hoofd van de romp werd gerukt tijdens reddingswerk
verongelukt stonden wij erbij te kijk hoe wonder boven wonder
Zijn dunne benen niet bezwijken onder de last van de vaatwasser
die over het net gepolijste marmer toch met een rot smak tot staan
gebracht bij wolkenkrabbers het zicht op de natuur ontneemt waarvoor
te duur betaald in het land dat zich nooit verschoont van het verleden
daders allemaal overleden op een hoogbejaarde honkbalknuppel na
Naast mij staat een blonde vrouw met een gefronst vraagteken op het hoofd
een opgedist lijstje namen uit de spaghetti gegrist spreekt boekdelen strafrecht
over klokkenluiders maar uit de geschiedenisboekjes wordt met geen woord gerept
dat onrecht miljoenen stumpers dolgedraaid in tempelbouw van de oliesjeik
sjiek sterven voor de af te trappen bal en weer een kindhuwelijk is gesloten
In schoolkostuum en gympies aan het meisje spelend met haar babypop
gaan hand in hand de zeereep af uit pure lust tot landbehoud van ouwedagen
gaat de jongen van veertien nu gepaard met haar vuil ophalen langs de straat
wordt ergens de begroting op gemaakt van bijstandsmoeders een oud verhaal
van werkzoekend klootjesvolk tot de tand bewapend met gezinsleven behept
Ik lees zinsnedig over het smeerseltje in de ooit zo weelderige delta van weleer
waar nieuwbouw wegvalt tegen renovatie van het oude gelaat dat glimlachend
op de foto gaat om te bouwen aan vrouwtjesputter staat z'n mannetjes staat
verraad de krant nooit waar het omdraait tijdens het lezersfestival en overuren draait
het doorgefokte paard en het verwilderd rund geen veestapel maar oernatuur
kindjes in de ww verwekt worden bij de vleet opa's z'n babyboomerschap verraad
oma's te kust en keur tot sexbom voor het fris en groen blaadje hun tweede jeugd
opmaken bedankt voor afgetuigd saai christelijk gerief en stralend groeit in tijdperk Ik
zondag 29 september 2013
Winterrust
De herfst vouwt zich samen
in een aanstekelijk verhaal
Van hoe pril en onbezonnen nog
de lente zich uit de winter herwon
Thans het bloemhoofd van de zon
ter aarde neigt en zaad verspilt
Vogel onderste boven daar omtrent
tot de bodemvruchtgebruik toe benut
De kans is groter dan het lot hoe teder
ook dit zomers uitbottend doorschoot
Nu alles verliest en tot de knoppen gaat
slapend ingewikkeld de kou doorstaat
En egel ach de egel scharrelt daar
voor't laatste maal z'n kostje bij elkaar
Het doet er verder niet meer toe hoe dor
stijf en half vergaan in deze hoop hij slaapt
zaterdag 28 september 2013
Hoe't weer's begonnen en weer verging
Koortslippen in een onwijs gaaf gezicht
De overvolle stilte bij de aanvang van het begin
Even zo nog blijven met steeds verder hetzelfde
Gaan voor de gedichten terwijl de woorden zijn vergaan
Alles wat in die zin is begonnen blijft alleen maar
Onbegrepen in de cijfers van een stervend nieuw
Ophol geslagen trein neigend naar een einde
Nimmer landend in een hoofd dat zo verwoest
En leeggehaald alleen nog vraagtekens zingt
Terwijl de gehoorsafstand zienderogen afneemt
Tussen potlood en papier met enige vaag gekras
Crasht doorgestreept verlangen waar alles mee begon
Gewoon rustig besterven op de lippen van een mond
Gapend in de laatste adem die in zichzelf verstomd.
De overvolle stilte bij de aanvang van het begin
Even zo nog blijven met steeds verder hetzelfde
Gaan voor de gedichten terwijl de woorden zijn vergaan
Alles wat in die zin is begonnen blijft alleen maar
Onbegrepen in de cijfers van een stervend nieuw
Ophol geslagen trein neigend naar een einde
Nimmer landend in een hoofd dat zo verwoest
En leeggehaald alleen nog vraagtekens zingt
Terwijl de gehoorsafstand zienderogen afneemt
Tussen potlood en papier met enige vaag gekras
Crasht doorgestreept verlangen waar alles mee begon
Gewoon rustig besterven op de lippen van een mond
Gapend in de laatste adem die in zichzelf verstomd.
vrijdag 27 september 2013
Jeugdherinneren
Ze lopen samen alweer
beide hand in hand
met de rollator
de ouden dijk op
een vertrouwd vergezicht
glimlacht zonnig
deze najaarsdag
Ze staan even stil
zwijgend bij het water
de sluisdeuren gapend
Ze duidt nog even
op het sluismeestershuisje
ik verstond niet wat ze zeiden
Ze vatten samen weer
schoorvoetend naar
overliggend land
hij herinnert zich gras
op deze verruigde akker
Ze nemen de afslag niet
de kreek waarin ze vroeger
speelde ligt er nog
aan het oog onttrokken
hoe zou het zijn
zoveel jaar geleden
Ze keken nog terloops
hoe de middendijk liep
een horizon waarachter
met handarbeid ruggen braken
gaan nu een wagenpark
aan machinerie tekeer
De oogst moeten binnen
begreep ik in 't voorbij gaan
ja de hond is dol op stokjes
maar die hebben wij
allang niet meer zo terug
naar huis wandelend
in verblindend tegenlicht
ontweken ze de afgeladen
boer in z'n combiner
beide hand in hand
met de rollator
de ouden dijk op
een vertrouwd vergezicht
glimlacht zonnig
deze najaarsdag
Ze staan even stil
zwijgend bij het water
de sluisdeuren gapend
Ze duidt nog even
op het sluismeestershuisje
ik verstond niet wat ze zeiden
Ze vatten samen weer
schoorvoetend naar
overliggend land
hij herinnert zich gras
op deze verruigde akker
Ze nemen de afslag niet
de kreek waarin ze vroeger
speelde ligt er nog
aan het oog onttrokken
hoe zou het zijn
zoveel jaar geleden
Ze keken nog terloops
hoe de middendijk liep
een horizon waarachter
met handarbeid ruggen braken
gaan nu een wagenpark
aan machinerie tekeer
De oogst moeten binnen
begreep ik in 't voorbij gaan
ja de hond is dol op stokjes
maar die hebben wij
allang niet meer zo terug
naar huis wandelend
in verblindend tegenlicht
ontweken ze de afgeladen
boer in z'n combiner
De gevel is uiteen gereten
Het scheelde maar een haar,
of ook het dak was naar de maan.
Nu lag alleen een droom
van een veilig onderkomen in duigen.
Naadloos sloot het interieur aan
bij de kronen van de bomen. Vooral
het bloemetjesbehang kleurde fris en
monter bij herfsttinten bloedrood loof..
Ook de benedenburen waren opgelucht
na zo'n tegenslag.
Behalve hen was immers niemand
omgekomen en iedereen van de straat
viel de puinhoop,
om op te bouwen op. Breed uitgemeten
op in het straatbeeld stond dat dan ook
wat versteld te staren, naar de naadloze perfectie
van belendende percelen.
De bovenkamers, eerst één hoog, waren platvloers. Maar
de schilderijtjes en portretjes hingen
parmantig in de lucht tentoon;
een stil verzet in alle openheid
tegen de leegte. Passanten keken
hun ogen uit, lieten zonder blikken
of blozen hun afwachtende houding gaan
door de gesneuvelde vensters en
de schitterende neerslag van het glas,
dat eens als spiegel diende,
voor een stralende lach.
donderdag 26 september 2013
Van horen zeggen doof
Ze zeggen wel eens hij is niet
van deze wereld of zelfs daar niet
van dan denk ik bij mezelf
goed te weten dat juist ik
daar niet bij hoor waar anderen
staan te luisteren en gewoon
voor bij ga aan een ieder
die mij daar niet ziet staan
zo ga ik ongebreideld
verder nergens mee behept
dat werelds zo onaards maakt
met gegronde reden
van deze wereld of zelfs daar niet
van dan denk ik bij mezelf
goed te weten dat juist ik
daar niet bij hoor waar anderen
staan te luisteren en gewoon
voor bij ga aan een ieder
die mij daar niet ziet staan
zo ga ik ongebreideld
verder nergens mee behept
dat werelds zo onaards maakt
met gegronde reden
maandag 23 september 2013
Ik ben kwijtgescholden
Tot het diepst toe uitgediept
ruiterlijk ronduit bedrogen
tot het bot toe voorgelogen
en dan zie 'k dat ik er even tussen uit wil
glippen groene ruimte weidsheid
en de vervuilde horizon voorbij
waar het gerief van welvaart schril
tegen afsteekt koersend op hemelse zaken
ik ben blind en lijd gezichtsverlies
er ontstaat een knipoog ergens
bovenuit en dat verblindt
met een half oog toegeknepen
ziet het er buitengewoon beter uit
rest te blijven
steeds minder
meer ook niet
of gewoon te getrouw
te blijven genieten
van de hoog opgestoken
zonnebloem maar toch
uitgebloeid bruin hoopgevend
zaaigoed of gedachtegoed
dat volgend jaar opslaat
uit losgewoeld schuldgevoel
ruiterlijk ronduit bedrogen
tot het bot toe voorgelogen
en dan zie 'k dat ik er even tussen uit wil
glippen groene ruimte weidsheid
en de vervuilde horizon voorbij
waar het gerief van welvaart schril
tegen afsteekt koersend op hemelse zaken
ik ben blind en lijd gezichtsverlies
er ontstaat een knipoog ergens
bovenuit en dat verblindt
met een half oog toegeknepen
ziet het er buitengewoon beter uit
rest te blijven
steeds minder
meer ook niet
of gewoon te getrouw
te blijven genieten
van de hoog opgestoken
zonnebloem maar toch
uitgebloeid bruin hoopgevend
zaaigoed of gedachtegoed
dat volgend jaar opslaat
uit losgewoeld schuldgevoel
De zingever reikte
Het gezichtsverlies is schrijnend nabij
het lichaam zit mee maar verder wat tegen
passie wordt fucking passief
een uitgewoonde leeftijd
vervuld van volwassen
maar leger in de bedstee
steeds meer dromen
minder dan volkomen
het vlekken bed verlegen
waar morsige jaren verbloemd
verlept in de schede of vervuld
leeftijdgenoten die zijn gedumpt
zelfvervullende zingevers
wordt met kinderwensen gevuld
de lust tot openbaren in het kraamkliniek
of doodziek thuis bevallen van een ongeluk
vervaagd de mooi gemaakte betekenis
in het kruis tot louter jeukend lastdier
wanneer weer een geslachtsdier
of voor de sier een ander beest
het kortgesloten geluk beproeft
in de bokalen rood gedroogd
vlekkenpatroon van gemorste wijn
puur azijn en bitter ook onuitwisbaar
de herinnering aan hoe vreemdgegaan
het levenseinde z'n voltooiing vindt
in buitensporige geslachtsgemeenschappen
van diverse maar perverse geaardheden
daar gelaten dat het lijf het aflegt
het lichaam zit mee maar verder wat tegen
passie wordt fucking passief
een uitgewoonde leeftijd
vervuld van volwassen
maar leger in de bedstee
steeds meer dromen
minder dan volkomen
het vlekken bed verlegen
waar morsige jaren verbloemd
verlept in de schede of vervuld
leeftijdgenoten die zijn gedumpt
zelfvervullende zingevers
wordt met kinderwensen gevuld
de lust tot openbaren in het kraamkliniek
of doodziek thuis bevallen van een ongeluk
vervaagd de mooi gemaakte betekenis
in het kruis tot louter jeukend lastdier
wanneer weer een geslachtsdier
of voor de sier een ander beest
het kortgesloten geluk beproeft
in de bokalen rood gedroogd
vlekkenpatroon van gemorste wijn
puur azijn en bitter ook onuitwisbaar
de herinnering aan hoe vreemdgegaan
het levenseinde z'n voltooiing vindt
in buitensporige geslachtsgemeenschappen
van diverse maar perverse geaardheden
daar gelaten dat het lijf het aflegt
zondag 22 september 2013
De staat van ontbinding
Het lag op schappen voor de hand
het veelvoud van verbinden
in onomwonden zinnen
veel slechts geschreven
om de zin daarin weer te geven
ietwat opgewonden raakte het
verward in ogenschijnlijk niets
kwam de wijsgeer op de proppen
om de lustverwekkende zin
weer zin te geven daarin
wat onontgonnen bleek
het hunkerend lijf met leden
die samen weer samen het kunnen
wat zoveel eerder werd bedreven
het genaakbaar meer gelukkig zijn
het veelvoud van verbinden
in onomwonden zinnen
veel slechts geschreven
om de zin daarin weer te geven
ietwat opgewonden raakte het
verward in ogenschijnlijk niets
kwam de wijsgeer op de proppen
om de lustverwekkende zin
weer zin te geven daarin
wat onontgonnen bleek
het hunkerend lijf met leden
die samen weer samen het kunnen
wat zoveel eerder werd bedreven
het genaakbaar meer gelukkig zijn
Abonneren op:
Posts (Atom)