vrijdag 6 augustus 2010

Een land ontstond


Aan de oever en een wijde mond
even verder op slibde alles aan
dichtte mens een diaspora

nog speelt de tijd die alles
wiste de rol die uitgeteld
van bloed en bodem op

schraal van korst en dorst leeft
een volk uit zijn eigen as gered
in staat zijn eigen natie na

vergis u niet want uitgerekend
hier is in dit thuisland zijn rasecht
slechts onwijs de oude leerschool

met boekrol na rolpatroon herlezen
wordt de geschiedenis onderwezen
tot haar ondergang der dwaasheden.

Een land dat verbeten uit angst
voor het bestaansrecht overheerst
is slechts zijn eigen rechtsgeleerde

VOC

In depot ligt afgezaagd oud hout
diep gekleurd bungelt
even verderop een boegbeeld
van een leeuwenkop steels
blikkend op een skelet
dat met de rug gekeerd
naar de outlet zich verzet

onaf in buisframe staal
iets nieuws in de maak
dat vaart of de de vaart
erin houdt niets staat
vaster hier dan de zuil
van oude taal ontdaan
opgeheven een vinger
in het landschap tegen
't waterpeil aan lager wal

de sluis keert schuiten
zwart van teer die heen
en weer de aarde vervoert
er speelt wat af windt
zichop alles vlakt af

op de lege plas wit
schimmel aan de kim
welvarendheid draait dol
steekt af in de vooroevers
waar verlanding het tij doet
keren langs een slaper
dijklichaam dat water
van water scheidt

aan weerzijde havenkommen
die zout smaakten maar nu
zoetjes aan 'n andere koers varen
het scheelt niet veel
of verstedelijkt dit hart