vrijdag 24 mei 2013

De kou is nog niet uit de lucht

Maakt lange dagen met een diepe zucht
gaat gebukt bloedrood ten onder en
wanneer bijna alles dood gevroren lucht
laat slechts één ijsheilige zich verwonderen

hoe klam en zeer het prille groen bestoven
aan de randen aangevreten rot
de wereld in alle onschuld wil doen geloven
hoe vreemd gegaan dit laatste lot

met spijt nog onverkwikkelijk in knop
herwint uitbottend een laatste spruit
een doodskil verblekende strop
waarin opgekropt de wortelkluit

Op z'n boerenfluitjes

Nog even wat oppikken in de Harderwicker
alvorens weer de hoek om bij Riets langs
een opstekertje voor vanavond bij de vrouw

het staat haar wel de opgedrikte del
uit te hangen al komt zij er wel bekaaid
vanaf zo uitgekleed en duurbetaald te zien

hoe echtgenoot en zij verdroot nadat hij
(hoe straal bezopen)de bloemetjes buiten
had laten zetten op de verbrede weg

in enige fotografie bevroren werkelijkheid
waar in deze kortstondige eeuwigheid hij

als bermtoerist is bijgezet met (hoe pikant) wat
lingerie als rosé striem op z'n gezicht gedrukt