maandag 21 januari 2013
Allicht is overal
Niet dat ik overwegend geplaveide zijde van het leven verkies.
Of
mooier nog schijn te wezen oplichtend zwakker dan dichtbij.
Verderaf dan waar ik ben gebleven opwindend tussen de benen.
Of
juister ze nemen om te ontsnappen uit die kans van slagen.
Die voor me ligt uit te rusten is van het verharde strijdtoneel welk
met plankenkoorts is verkregen.
Zo.
We lijden aan leegte dat niet licht is op te vatten
als lucht dat eerder ruimte ademde die daar vol van was.
Watersnodig
Water aan de lippen met een rietje op de dijk.
Iemand heeft een coupure gesneden weker
lichaam doorsnede van de bres.
Je weet ook niet wat het is daar binnen
maar het knaagt niet zoals het hoort.
En dat stoort want wat aan je vreet
is niet iets dat bij je hoort.
Maar zolang er geen doorbraak is,
is er ook wiel noch kolk.
Zo blijft watersnood een schraal tekort,
of beter overvloed dat je overkomt.
Op gevoel valt dus niets af te dingen
zolang traanvocht van het leedwezen
straalbezopen de spuigaten uit loopt.
Iemand heeft een coupure gesneden weker
lichaam doorsnede van de bres.
Je weet ook niet wat het is daar binnen
maar het knaagt niet zoals het hoort.
En dat stoort want wat aan je vreet
is niet iets dat bij je hoort.
Maar zolang er geen doorbraak is,
is er ook wiel noch kolk.
Zo blijft watersnood een schraal tekort,
of beter overvloed dat je overkomt.
Op gevoel valt dus niets af te dingen
zolang traanvocht van het leedwezen
straalbezopen de spuigaten uit loopt.
Wadkant mij
Wadkant mij
Niet veel eigenlijkmaar meer ook nietje typt wat in een handheldterwijl beneden peilde zeespiegel rijstdaalt de onwaarschijnlijkheidkomt de zeehond aanzettenmet de dood stuk hout't is zot zo'n rot stuk schaap ookwaar uitstekend de ribbenwegwijs maken hoe'nbeschoren lot vergaatnaarstig een blik uit in't holuitgebeten oogkas datuitgekeken is op de zondie in alle hevigheid brandtop het dorre kweldergras
verdermaar terloops zeekraalin overtrokken zinzijn er ganzenverenuit de lucht gegrepenverbluffend stilervaar je 't gesnaterin de frisse winddie zich aandientzelf bevlogenheiddoet zich geldentuur je naar een horizonom deze redendat je er iets inzietdesnoods te stoppenof anderszins verbazenhoe dood tij klinktuit nieuwsgierigheidkeer je het tweede karkaswat door de wol geverfdtoch misschien wat levenlaat ziendat er uitgeleefd uitzietalsof een diesel optrektzwermt de wolk gevederdenvan willekeurig diernaamloos heen en wederomde zon wij weten onsgeen dagenraadmet niets meer om me heen.
Abonneren op:
Posts (Atom)