Gebeten zijn op een baltrappend beest
die z'n tanden zet in menselijk vlees
hij schaamt zijn tanden bloot
is als de dood voor de kloten
die hij mist wanneer hij z'n gebit
weer in zet en de last
op ander's schouders legt
maar dan de kinderen huilend
aan de buis gekluisterd
met spleetoogjes het hoofd
bieden aan een slachtpartij
waarbij de walvis uitgebeend
hun watertandend in het vlees
van dit gefrituurde beest
lachend juichen ik lust ze rauw.