Het was een reisje als van ouds
Met veel pakkelarie en bombarie
Schoot het allerdaagse op in 't wild
De woeker snoeide loeihard het oneven
Alles werd gelijker munt betaald gezet
Met van Keken wij de ogen uit
Hoe een man aan z'n kamerlid ontsproten
De kloten toonde met wat Ormellen
De man die vogelverschrikken kan
Blijkt ongeoorloofd veel een zegen
Nooit tegen het geweldig preken
Hij die de stoelen onder banken stak
De honden en de kat verruilde voor debat
Was zat te hongeren naar het hijgend hert
Sloeg in 't geweer van de jacht ontlopen
Het brede pad waarop dat afschot lonend
Met ecologisch draagvlak wordt verkregen
De man die doktertje spelend politiek bedrijft
Wenst de vrije hand van willen haasjes jagen
Te boven gaande aan het hongerend lam
De hinde en het kalf de offerande van dit land
De inboedel liever geboorteregelen laat
Dan de nek omdraaien door natuurgeweld
Zijn oordeel -velt en sneu-velt met geweten
Waar miljoenen jaarlijks sneuvelen door gristenen
Die hun vleesveelvraten voorzien van voedsel
--