dinsdag 3 augustus 2010

Decolleté: onmetelijke diepgang

De crisis verbijt zich 
verlaagd de rentevoet
zienderogen oogt 
verhoogt de lust op straat
met steeds dieper dalend 
de inflatie in kol een halszaak
waarin je je verbijten kunt 
wanneer het moet 

geld speelt daarin geen rol 
het is slechts de oogbol
die tolt horendol tussen 
de gevulde borsten rond  

'K heb 'n kameraatje

Waarmee ik onomwonden
de wereld versla

strijdlustig geen dan ik
in vastleggen hetgeen
geschiet of juist niet

wij ogen samen
zien daardoor zelden
onszelf daarvoor staan

het is niet te verslaande
taal waarin wij ons verstaan
in weergeven onovertroffen

details te over talrijk
overvloedig leggen wij
vast wat doorgaat voor

levende lijve dode zaken
en dingen van voorbij ver-
gaande aard voor zover.

Aanwakkeren

Ik liep wat goudomrand
het landt hebbend aan alles
trof de zon te laag daaraan

verblinden met achterop
een schaduwbeeld was mij
een grote last die kromp

contrastrijk waar ik de vorst
van heel dit wezen heer en
meester was in het bewegen

het woog zwaar dat torsen
van de ruimte die ik innam
veroverd op lichtvoetigheid

de warmte kreeg de overhand
het strijdtoneel van schemer
tegen het ontwakend land

dauw schopte het niet ver ver-
vluchtte gelijk ik in zweet me
vergewiste van dit beslechten

het pad schreed voetstoots
voort onder mijn bezwaard
gemoed dat zichtbaar taande

ik viel in het niet op 't hoogte-
punt met mijzelf saam een zelf-
beeld dat ik de schaduw bood