zaterdag 25 september 2010

Overrijp

Boek met slappe rug
dik van bladen lastig zat
leest zich uit van kaft naar kaft

Piano die nimmer uit zichzelf
  onaangeroerd speelt

Beminnelijk vruchtvlees
zoeter rijp
bijt zo malser wee

Maar owee het leven
zit niet mee zit
er niet mee

Het lijdt gewoon
een stervend bestaan
met de kater op schoot
die half dood
dit leed bijwoont

De wegstervende
de dovende halve toon
het kreunend bestaan
dat zacht en fluitend
de adem uitstoot

Terwijl een late herfsttij
lustig zingend
de zonsopgang bijwoont