die die kwijt was uit z'n kont
hij brakbalt kerngezond z'n lieve leven
aan elkaar tot er geen einde meer aankomt
het zondagskind een meesmuilendeZomergast
die zoveel niet te vertellen heeft
lult alles vast waar iedereen bijzit
is de raaskal
is te rap
besneden van de tongriem
is de raaskal
is te rap
besneden van de tongriem
om onzindelijk te zeiken
over en het waarom
het aandacht geven zo slopend
over en het waarom
het aandacht geven zo slopend
is voor toehorend luisterpubliek
dat braakballen voor geschoteld krijgt
eigen stront verworden mestvaalt
waar nog een stopnaald in zit
die eenvoudig prikt al steekt het niet
de blaasbalg lek die oppompend
leger loopt dan ooit tevoren
werd vermoed van deze vleesgeworden
lettergeest die leeft