Op gewekte lenteliedjes
gedempt in zachte sneeuw
putjes trappen verraad de kou
van de indrukken daar gelaten
vervlogen dromen in het nauw
al weer'n eeuwigheid vergeten
hoe sneeuwklokken klinken
tussen winter akonieten
verdrinken in bijtend wit
verlaat voorjaarsbuitje
ingelost verlangen dat was
binnen gehaald met roodborstjes
maar nu merel zwart weer rust
op luwte plekken in m'n geweten
oord van stil te zwijgen kaalslag
guur en uitgebeten tuindersgeest