Koortslippen in een onwijs gaaf gezicht
De overvolle stilte bij de aanvang van het begin
Even zo nog blijven met steeds verder hetzelfde
Gaan voor de gedichten terwijl de woorden zijn vergaan
Alles wat in die zin is begonnen blijft alleen maar
Onbegrepen in de cijfers van een stervend nieuw
Ophol geslagen trein neigend naar een einde
Nimmer landend in een hoofd dat zo verwoest
En leeggehaald alleen nog vraagtekens zingt
Terwijl de gehoorsafstand zienderogen afneemt
Tussen potlood en papier met enige vaag gekras
Crasht doorgestreept verlangen waar alles mee begon
Gewoon rustig besterven op de lippen van een mond
Gapend in de laatste adem die in zichzelf verstomd.