zaterdag 19 maart 2011

Niet zo

thuis
wij zijn niet zo
thuis
wij zijn niet zo

R

Diep drongen

Onder de grote blote hemel
in het diep doordrongen blauw
stond de goed gezonde maan
de stand van zaken rondom de aard
te bewonderen zoals dat gaat
er stond een bevinkje bij te wachten
want de wereld deed zo raar
schuddend op haar vesten
leek hetwel bij mekaar
een samen geraapt zooitje
deeltjes in een spanningsveldje daar
er werd zo driftig uitgewisseld
dat het wel radioactief leek
door slechts een verzakkinkje
van moederaarde (dat is toch niet zo raar)
kwam de boel daar aan het rollen
onbezonnen welhaast
Toen de zon wat dagen later
op de proppen kwam
scheen zij wel te weten hoe dat kwam
dat zo kernachtig daar beneden
in het daglicht van haar
de mensheid ietwat vergankelijker leek
ze deden ook zo naar
hadden last van stralinkjes die haar
zo sierde maar ontsierlijker daar
het over grote deel van het land
van de rijzende zon ten onder liet gaan
aan energieën waar juist zij zo warm voor liep
en de wereld voor niets een loopje liet lopen
ze hadden immers eerder altijd zo goed voor elkaar

dat de volle maan het niet begrepen had
daar had de zon zo goed beschenen
geen moeite mee
als lichtend voorbeeld
hoe voor niets zij op komt
zelfs in deze duisternis
haar licht kon laten schijnen
zijnde een koud kunstje
nam iedereen voor kennisgeving aan
was te eenvoudig om onopgewekt
te laten lopen
daar is men mee aan de haal gegaan
onbegrijpelijk hoe onbegrepen toch
de boel daar uit de hand kon lopen
terwijl zij als zon zo licht en klaar
als een klontje het voor de
mensheid klaar had staan om opgewekt
door haar haar warmte uit het
zelfde vaatje tappend een mensheid
lang zonder schadelijke gevolgen
kon laten begaan
en dat nu juist haar lichtend voorbeeld
van een rijzende zon zo onbezonnen
ten onder moet gaan aan deze
door hen zelf geschapen zondeval
in het licht van haar volle maan
daar kon zij geen goed licht meer over
laten schijnen zo verzuchtte zij.
R

Wij zijn eral wel rijp voor

We zijn nog wel wat aangeslagen
maar het rijpt al weer na afharden
de nucleaire winter gaf wel wat
uitval, ook van haar, maar wij
komen daar wel mee klaar

de russen lopen alweer volop
voorop met in de kerngedachte
energieplants als zoete broodjes
te verkopen aan nooddruftigen
regeringslijders met een januskop

maar zoals gesteld, het dooit
na zoveel doden komt het leven
weer tot leven zolang je doem
scenario's maar wist
desnoods uit je gedachtegangen

het is een nieuwe lente
dus een nieuw geluid
met een boodschap
als kerngedachte

help de vooruitgang flink achteruit
want we zijn er klaar voor en helemaal
klaar mee
om telkens stil te moeten staan
bij rampen
die alleen een ander maar aan gaan



gelukkig gaan we naar de knoppen
die ontluiken altijd wel
ook wanneer niemand je kan vertellen
hoewel het er met hun
schoonheid voorstaat

al zal de zijde draad
waar zoveel leven van afhangt
de spin een zorg zijn
wanneer er dadelijk
een heerlijk galgenmaaltje
gemier weer aankleeft
dat haar een zorg minder
toch weer kroost geeft
een hele troost