Wij zijn tot de tanden
toe bewapend
met woorden
Wij zijn oorverdovend
met kanonslagen
in taal
Wij zijn tot wanhoop
toe in staat
gesteld te ontwapenen
Wij zijn van vlees en
bloed vervreemd
vredelievend bevreesd
Wij zijn een
met zoveel lijken
op wie wij eens zijn
geweest
Wij zijn onbewapend
onverschrokken
op bezoek bij onszelf
Wij zijn het meest
met angst begaan
stil blijven staan
Maar wij gaan ten strijde
met opgestroopte mouwen
met lege handen
met goede moed
Komen wij daar aan
om lichaamsdelen samen
te zijn
of eenzaam
te gaan
Wij zijn om maar te zwijgen
woordvoerders op het slagveld
met stomheid geslagen
alleen
Wij zijn alleen maar
o vergeef ons daar ook
geweest
Wij zijn misschien straks
wel dé vermoorde onschuld