woensdag 9 september 2015

Uitruil














De zomer ruit haar windveren 
hand in hand danst de dageraad
met het nachtgewaad 
op het streepjesbehang 
een getinte werkelijkheid 

de vogels aan de waterkant
nippen kringen in hun gouden bad
dadelijk wordt het weer betoverd
tot een hemelsblauw gat
weergegeven als een smetteloze dag

de bladspiegel pleegt verraad
nu de schrijver deze eenzame pennenstreek verlaat met de hand
aan zichzelf te slaan 

het nazomert nog wat 
met het gemis
druilerig was meer 
gepast op zo'n stralende dag 
behoort niemand vaarwel 
te zeggen al blijft ook een behouden vaart een zegening
 onder het ganzengezang
 dat in formatie zeer gepast 
eerder afscheid nam.