zondag 26 september 2010

Schop

Ik schep niet op
wanneer ik graaf
een spade diep
spit ik niets om
dat eerder gepoot
in vrijheid genoot
voor ik 't uitstook

Lallend door het landschap

De onbenadrukte dag wacht
rustig af

de kuddegeest komt op u af
met iedere seconde
tikt de tijd en draaft hij
met horden tegelijkertijd

duizenden gedweeën verveelden en
weemoedigen die halfslachtig in hem
willen delen met een bankwezen
sponserend als oude zemen
de leesbrillen en verwezen
op de tourtocht door hun verleden

georganiseerd voor de velen
met hun rugzakje oud zeer en
verloren levensdoel dat vermaak
zoekt bij vertieren zo verleert
dat eigenheid verdrinkt
in samenscholen bij vernijnige
onbevreesde groepsgeesten
warend als nimfen

in hun gore tex broekpakjes
meindel boots op zoek naar roots
door het schemerig heden
de mannen die alles vastleggen
voor de toekomst bevriezen
in hun compactbeeldjesdragers
het ware leven waardoor ze waren

(LAL; lange afstand loper)