Waar de wandelaar sliep
deed niet ter zake
daar hij ogenschijnlijk
zonder doel voortschreed
met slechts een beweegreden
De man die aan mijn raam voorbij ging
kwam ik tegen op de eindeloze weg
de droeg een knapzak op de schouder
waaronder hij gebukt ging
hij vroeg zich nog een weg af
die ik niet kon duiden
beide waren wij daar sprakeloos van
hij vroeg zich nog een weg af
die ik niet kon duiden
beide waren wij daar sprakeloos van
hij scheen zo later ouder dan ik eerder
maar dat was slechts in een ogenblik
nabij de dijk verdween hij eenvoudig
in het wegstervend landschap
terwijl ik de kwelders voorwaarts afliep.