zondag 23 maart 2014

Bunkers

Onder de wuivend vrolijke kruinen
van de blonde duinen lachte beton
gierend in een straffe wind
uit de schietgaten knalde
die knetterhard in het gezicht
bijtend schrijnde ook het zand
er werd heel wat uitgevreten
dat tijden met tanden weergaf

hier werd oorlogje spelen weer plezier
een meisje werd er dood gebombardeerd
een jongetje Duitser dan wij streek met de eer
een blonde scheet legde het loodje door een kogel
die pal daar voor gevonden was door iemands broer

zus en zo zat in het schuttersputje
wat uit te vreten
in de harde wanden
wat wel wat weg had van een naam
verzetsmonumenten van de deugd
die dienstweigerden

volwassenen na te spelen en
massaal te water gingen
spelen varen in zandkastelen en
scheermessen hanteerde
om kwallen te opereren welke
ook weekdieren bleken

net als kokkels en zeeschuim
dat de kinderhand verwondde
die overspeelde met een voetafdruk
welk uitgewist voorbij de vloedlijn
waar niemand nog een indruk van had

maar die bunkers toch
zo opgeblazen later
verwonden toch
het gemeenst
wanneer je uitgleed
met terugblikken
op het leed dat het litteken
achter liet op vaders gezicht
die de wond verpleegde

Neptunus

Het was al een fake
gebronsd gelaat dat
bijna beton gelijk bescheten
nergens meer op leek

toch was hij god
al voor de zondvloed
uit een vredesduif
op hem neerstreek

met een vloedgolf stront
hij lak had aan de oceaan
waar geen vis te water meer
hem nogal bezopen voor kwam

een kop van klein plastiek 
was net zo bekakt en ziek nu 
de zondvloed van binnen zit