Tonnetje
rond wolken
uit de hemel ontnomen
bungelen aan de schakels
van de ketting dobberen overdreven
tussen de duigen met een hoepeltje erom.
Vervuld van water dat eens regen was,
spiegelt zich suf van wat eens
was; wij zijn vereend maar
zo vervreemd van wat
ooit zon
vluchtig
ons leven was
uit de lucht
ontstolen
toen
het
al
reeds
neerslachtig
was. Er was dan ook
geen ontsnappen aan dan
vliegensvlug nog slechts
als mug je dansen
mag.