Hangt Hij dan in de schemerzone.
De bleke scheet, gepoetste tanden
gebleekte kuif oorverdovend
meer en minder komen uit zijn
mond tot rottend leeg uitgevreten fruit.
Kil niet ver van zijn stam holde
het vruchtlichaam onder luid gejoel
van keiharde kraaiensnavel uit
tot er een schil van schril leeggegeten
woorden restte kramend uit zijn keel
Hij steekt nu schril af
tegen verwilderd woekerend loof
dat nooit tot wasdom rijpt
onder de rijzende koperen ploert
zijn evenbeeld ja graag een zonnekoning
van het moreel instinct
dat verloren hing te bungelen
aan een jaarloot vol hunkerende knoppen
--
R