maar tegen het slaan van twaalf was hij gebleven.
De tuin was gedaan, alles lag geschikt voor de zomer
uitgedost ook zijn gemoed na het pootgoed.
Alles was grijs vandaag, soms brak er iets door,
meestentijds uit de knop tussentijds ook.
Er lag veel meer op sterven na dood dan hij had
verwachtte er verder ook helemaal niets van.
Het was wit ingericht, alles tot en met de overtrek,
de vloer geboend liet zijn sporen na, was ook wit gelakt.
Hij kon er geen eer meer aan behalen zo vol van grond
als hij was, zwart, de gewoonste zaak toen hij verdween.
De indruk bleef achter bij de tijd dat hij vertrok als
staande bewering, er kon blijkbaar niets in verenigen.
R