donderdag 26 maart 2015

Opgelucht

Stemmen verstommen in koor
de een vaart ten hemel de ander
valt ter aarde ook uit de hemel
gewoon van een paar kilometer
hoogte die kan je daar niet van
krijgen met neerstorten uitgezongen
Nibelung nimmer meer kwaadaardiger
dan nu smelt nieuws naar de achter
pagina in de uiterst klein leesbare
hoek tot ijskoud water lezend lessend
het bitter gestemd gemoed van hen
die ontluisterend achterbleven leven.

In haar lichaam huist een kasteel

Haar huid dooraderd klimop naar hoger doel
het verlichte leven van de dakkapel
Een oogopslag verwijderd van wagenwijd
staren in vervallen staat van eeuwig leven
Woorden vervloeien uit haar mond
tot gestolde wezenloze wezens

Ach haar leven was zo des kevers
krakend hard haar dekschildjes
waaronder zijdezacht geplooid
doorschijnend licht haar vleugels