zondag 14 november 2010

Kreunend van genot

Wanneer de kasten zwichten
onder het gewicht van poezie

langzaam aan die last bezwijken
nog even de schappen kraken
van verlicht genot wanneer
de verzamelbundel wordt gelicht

prijkt ongemerkt een enkel vel
aan stof ontsnapt ter aarde vallend
dwarrelend gedicht dat gebukt ging
onder harde ruggen ingebonden zinnen

speels de klank weergeeft
die het bezingt ontsnapt een kreet
uit ademnood hoe de lucht weerklinkt gezongen in dit dalende wiegelied

Vette sporen, echte klei

In de loop van de rivier liggen
de eeuwen uitgesleten
daar ligt het vette land lui
verheven afgemeerd
om blote koeien eten te geven
zijn de schrale waarden
uiten in de kribben
met teveel aan water omgeven
het vertier van zoet water
dat zich gedraagt als oeverloper
buiten de maat gemeten
een watersnood

niemand is meer op het droge
bij teveel onder de voet gelopen
vocht dat iedere kier en spleet vervult
van achterdocht dat rottig molmt
in tochtige bewoordingen