Ze zijn best op een haar na niet beter
dan de rest met polijsten hard mahonie
glanzen ze het langs de randen glad
van schilderachtig gloren dageraad
en nachten vol van beschonken woorden
fluweel tot bitterzoet venijn alles is
een fijn vernisje waarmee oprechter
of nog ter slechter trouw de liefde
harder dan het hartelooste hart
gekoesterd wordt tot boterzacht
wat ransig smoezelig gemurmel
in de in
honderd gegooide glazen
spelen nog geweldloos
het gebroken hartje
met dubbele tong
gewetenloos hun
opgebaarde leven
angst en beven
tieren om het even
en slaan zo
zenuwslopend hard
de gevoelige snaar
aan die zo prachtig
onberoerd nog klonk