dinsdag 5 april 2016

Er pakken zich dichter wolken samen boven de stad

In 1 ruk;
De bui barst los er vallen dooien
het ene loodje naar het andere lootje
wordt getrokken op een doorwaadbare 
plaats van onheil die in een regel 
samengevat het zwarte gat van onvermogen
heet waaraan geleden wordt in de geest
van de letteren
onverhoopt reikt menig schrijvende hand 
neigend naar de andere kant naar de uitgestoken
hand van de drenkeling die het vermag 
om in elkaar gezakt op het reddingsvest 
te moede nog met aangeleerde schoolslag 
te overleven in dit stinkend moeras
waar gas ontstijgt van weer een heldere geest
die zo talentvol daar al in rond zweefde

de laatste was de eerste niet die redeloze
rederijker die door eigen uitgeschreven hand
doelloos op het water waar hij dreef
achterlatend een stroom verdrotenen
dat hopeloos die oevers doorsnijden
van dit leeglopend letterland

regel voor regel betreden
bezweken en bezeten door de poëzie 
het zijn de dromers die de duigen zien
in het vat vol levensvuur een uurtje 
voor het doven uit opgejaagd 
in gloeiresten naar boven sterren
gelijk een stofregen van zwarte vegen
op de huid van die hen uitlazen daar.



Hard slag

Hart van slag
het geheugen 
van m'n hart
wordt gewist 

dat klopt
de klap
de schok
Brandplekken
op m'n huid

de kamer
is te klein
de bloedsomloop
te kort
voor zoveel 
mensen 
om me heen
is m'n hart 
niet meer
bestemd 
het is niet
ingericht