dinsdag 26 april 2011

Gaanderweg vereenzamen

Het is stil op straat
mensen lopen nietszeggend
mij voorbij en bomen
met elkaar staan stomvervelend
in lange rijen bij
de geldautomaat waar
alles omdraait zich tegen ons keert
staat nooit stil

er scheurt iets los
maar onvoorstelbaar hard
de tijd dringt alles spreekwoordelijk
aan elkaar op al
leek het allang voorbij
dat scheelt er staat
een spiegelbeeldig mens naast mij
dat dan wel weer aansprekend
op mij lijkt en zwijgt ik ben alleen
aanwezig voor de aanspraak
die iemand op mij maakt
terwijl ik daar juist van uitga.
-
R

Zolang je stil staat voor de winkelruit
raak je transparant met wat er door je heengaat
achterlangs en nooit op uitgekeken
tenzij je de ogen ervoor sluit.

..... van geluk

Het was een vlies in trager huis
dat om zichZelf heen zich spon

dit punt dat daar omtrent
zijn oorsprong weer hervond
lag in hechtenis tezeer gebonden

uit alle eenvoud van miljarden
omsloten van haar wezens-
eigen glans door schoonheid
omsloten hardheid die leven
daarvan zelfs ondervond

-
R

kunstaal

het gerommel zittum in de woorden
vroeger kon je dat horen
luisteren heette dat toen gewoon

nu zit het tussen de oren alles
precies vervat gespeld
met naald en draad zijn ze
uitgeplozen

maar gedicht hoor je winkelhaken
die tonen hoe de knieval ging

veel kleerscheuren en na't vallen
weer even opkrabbelen om 't herstellen

spelfouten zijn niet te rijmen
laat staan te overleven zo verwoord