Fietsend naar Bloemendaal
langs dennen die halverwege
de weg kwijt vergeten
zijn hoe verstoven duinpannen
werden vastgelegd
overwoekerd door grauwe abelen
waarvan afgeleid helemaal het spoor bijster
de liefde gutste als uit oude open wonden
dat bleek achterlatend onsterfelijk
vlees van de herinnering
uitvloeide tot een een tapijt
kruipwilgentenen
waarin zij overleed aan het eeuwige
vergeten hoe meidoorns nog
afsteken tegen een blauwe hemel
alles opging zelfs deze tijddoden
die weer tot leven komen.
--