zaterdag 23 oktober 2010

Ondermijn met 50 volt

De gangen waren duidelijk uitgevreten
bladmoes weg tot op nerven naar later
van een luttel blad viel niets te vrezen

bleek de bladwesp nog zwart week
een slak gelijk had de mijnen aangelegd
waarop naar later scheen een plaag

was uitgebroken die de boom jaren later
veldde deze tijdbom de houtgeest
die in eeuwen zijn eigen jaarringen
tot de kern kon teruglezen

In toom

In Rijsen versta je de heersende tucht
die opkomt uit hun koekjes blikken bezegeld
van de vlees geworden man
de kunst van vrouwen tooien
in een keurslijf is daar bikkelen
op z'n hardst gezegd het doodzwijgen
van alles dat wordt vastgelegd
een here jezus oud gedicht
van broederlijk bewezen lust
om te snoeren wat uit de mond komt
het andersgezinde godsbericht in toom
gehouden met de bijbel houdt
de koran zijn kaften dicht

Jij bent in de wolken en ik ben in de wei

Het Nederlands staalblauw landschap
strekt zich hier van kant noch wal
over het wijwater heen gesproken uit

terwijl de maan scheep ging door de tuigen

't is de nacht vooraf dat ik dit neer schreef

ik kan de tijd niet heugen waar het mis ging
maar't kabbelde zilvergrijs voort over golven

een lente beeld van het ontwakend oog

er lag een kruistocht van dwarsverbanden
aan ten grondslag van afwateringensloten
die de openheid in de greep hielden van nut
een noodzaak zonder vaarwegen bestemt

uit de slapers ontstonden koeien op de kruin
een bijgestelde vorm van  overleven thans

zo hoornsdol ontnomen grazen voor de lol
maakt gelukkig veel waar van dit zuivel land

met enige glimpen oplichtende nevel
die aanstonds vervloog bij 't krieken

met op z'n bekomst een wijnrood kleed
aan oostzijde verschenen vormen van leven

was jij nog in de wolken en ik daar in de heer

Ontstegen

Hier sta je aan de voet
van hoog verheven
er is geen eind aan zicht
dat je belemmerd
in een en al
verlangen
je in de wolken
te begeven
is een hele klim
dit hoogtepunt
komt neer op dalen
wanneer het weer bereikt is
dat het zicht daarin
je weer ontnomen is