vrijdag 11 november 2011

Een nacht

als alle anderen
toen ik de dag had
afgebroken vielen
de bladeren van de bomen
verscheen aansluitend
de volle maan in een hallo
blauw overtrokken was de aarde
de ruiten in een witte waas
zagen daardoor niet
de nachtvorst komen
geheel beslagen ten ijs
een vliesdun verlangen
dat de spiegeling weerhield
stomverbaasd drongen geluiden
diep tot mij door in alle stilte
die ook aanbrak knapte hout
in lichte laaien van het vuur
dat iedereen doofde en
niemand geloofde het
verwarde hoofd
dat knikte aanstond
morgenrood en vroor
aan en bijzonder dood

Thuis 2

En dan zit je alles bij elkaar genomen err maar bij neer
Verdwaalt in weten en vergeten dat je ooit jezelf ben geweest
Er is geen plaats meer om in te wonen je past niet meer waarin je zat
Geen ruimte om je heen om ingevangen nog te leven je in te leven

Thuis

Ik droom weleens van plaatsen waar je eigenlijk niet van droom kan
Dan zit ik daar verzonken in dromen die daar niet bestaan
En wil ik daar wel zijn omdat het niet de dromen zijn waar ik van houd
Eindeloos te zijn waar niemand over dromen kan