Woorden als kauwgum op de grond
worden als kauwgum vertrapt op de grond
ik ben de enige zon die daar op schijnt
naast de voetafdruk van het gebit
dat een schilder zoiets niet ziet
dat je je tanden er in zet vastbijt
om te weten welke woorden werden
ingeslikt of de tong die bevrijdt moest
worden in een zoen waarmee alles
was gezegd uitgekauwde werkelijkheid
een blanke spot zo op de grond
waar de schaduw in oplicht
een brandend gezicht waarachter
alleen een lachend geraamte zit
geef de voorbijganger die er optrapt
maar het geluk van het uitgekauwd geluk