zaterdag 7 december 2013

Het stilst op straat (zilverwit uitgesneden)

Geruisloos maar geheel ontdaan
staan kale bomen roerloos in de rij
het woest geruis dat van hen uitging
is gestaakt in bijna zwijgend tikken
in de knoppen van de twijgen

als een vrouw zo naakt die eerder
louter uit woorden was te lezen
later in zinnen zichzelf uitsprak
om in volheid van het leven

zich over te geven aan haar kaal
zo blank bestaan dat door de lucht
bezeten haar lichaam uitdeed
sprekend neerzeeg naast haar huid

waar zachter tint dan maagdelijk hout
zij gesneden was in zuiver wit van haar
bestaan dat door handen heen gekneed
haar adem stiet in het ritme van bewegen

hoe zeer bewogen zij meegaand genomen
meegenomen werd in dromen
die hij in haar achterliet bekomen
van de uren ontkleedde tijd

zij uitgelezen tot op de nerven zij 
loom verveeld de bladeren streelt
vergetel zwart geblakerd ter aarde
weet hoe op het weefsel te teren
dat werd gegeten toen zacht zomers
de wind alle herinnering weg blies