in gedrag. De grutto zeer bevlogen blijft maar liegen waar of het nest
wel ligt. De vos daarintegen laat zich niet bedriegen en weet hoe hij
linksaf rechts, ieder legsel uit zijn hoofd, verschalken kan. De
heggenmus bevestigt dit, leeggeroofd vanuit zijn grondhouding, met een
vage overtuiging dat het weer goedkomt.
De mist trekt immers op, een melkbleke zon belooft wat vaag een mooie
dag, terwijl ondertussen de neerslag is bewezen. Vochtig van de regen
uit de vorige dag ontsnapt om in dit nieuwe leven vol bedrog elkaar
weer te gedogen.
De hoog bevlogen grutto uit zijn stiekem verscholen nest met bebroedde
eitjes van zijn soort. De vos met slinkse wegen aanhoudend op
roverstocht in schadalige bewoordingen. Tot slot de aangedane
heggenmusn nog schuchter welbelust, de macht weer over de vliegkunst
herwonnen na de streken van de vos.
Allen begegeven zich op pad om de zon een loer te draaien waaronder zo
behaaglijk toeven was, tot er donkere wolken opkomen uit het niets.
Het gevogelte van de aarde, de vissen in het water de dieren op het
land ja zij alleen weten dat dit lotgevallen zijn van een stelletje
vreemde vogels die elkaar toefluisteren hoe goed het is om te gedogen
dat bedrog een leventeken is.