De doorzon privatie speelt hoogspel achter de geloken gordijnen.
Waar daags tevoren nog toonbaar wit het smetteloze leven toonde
hangen nu repen licht van doodse silhouetten van buitenaf.
Er was sprake van vier bij vijf geluk
met enige woonlagen.
Het was murendik te horen door hard beton.
Maar nooit tevoren deed de deurdicht zoveel met verstoren
dan dit leed dat opgeborgen sleet in eenzaamheid waar niemand meer van
op keek.
De radiatorbuizen zongen nog een laatste lied.
Brachten ratellend hier ten gehore hoe diep geworteld leegte heerst in
uitwonen van een kamerbreed vertrek.