Het zat er aan te komen, het kwakkelen hield aan.
Viel ook al behoorlijk tegen,
vooral de kou was van de lucht.
Toch heeft winter het nog
zachter lang volgehouden.
De laatste maanden zonder
wintervacht,
bijna haarloos was ze wel.
Kippenvel ondanks,
of juist tenzij die grijze dagen.
Het zat niet mee toen
ook het najaar bleek verveeld
al zichtbaar
kilte bood waar niemand van genoot.
Maar bitter werd het pas
toen in de zachte lente
de laatste adem uitgeblazen werd. Niets
herinnert meer
aan deze maanden
anders dan de kater.