zondag 5 september 2010

voorkauwen

Ze schiepen vannacht geheel onverwacht de herrie
het was een compleet nieuwe opwelling
van wel doordacht geluid

de zendmast er zeer voor in genomen
luidde luider zo bedacht
zond de klanken

er werd in 't zwart het holst van de nacht
geschapen tot een bezopen wereldbeeld

geheel en al verdronken lag verzadigd
van hun klanken die in koor alles doorbroken
wat rust in zich had met slapen

geen uiltje werd er nog geknapt in de heem van zorg
in het bejaardenoord waar hardhorendheid heerste zoals verwacht
luidde men eveneens de noodklok met het lawaai van straat die nacht

de ouden van dagen waren het zat
kropen rolden en slopen in 't rond de mast
om de herrie te doorbreken die erdoor ontstond

sloegen zij de stokken stuk op het staal van stijve mast
het mocht niet baten de onrust heerste die de kauwtjes hadden bedacht
ze lieten zich niet de loef afsteken of van de wijs brengen die nacht hun nacht

van braken en nachtrust breken was hun gegeven en door hun bedacht
geen ouder wijf of kale kop kon hen dat recht ontzeggen met vertellen hoe hard
het krijsen mocht klinken op de zendmast voor mobiel verkeer die analoog was ingenomen

horen en zien vergingen met bejaarden en kauwen in fladderen en kreupelen
strompelen en bedelen met schreeuwen en smeken niets hielp
de nacht was stuk en lag gebroken op de hun pad

plotsklaps werd er iets bedacht door een baby wel doordacht
die zetten het op een huilen in haar vuile luier dat het stonk
in de oren van de slechthorenden en hoog bevlogen vlerken

niemand liet zich onbetuigd om troost te schenken aan dat kleinood
er werden nieuwe klankkleurtjes bedacht en toegepast
kauwtjes keuvelde onverwacht en oudjes murmelde zacht

de stilte drong oorverdovend door toen de zuigeling zweeg
kreeg iedereen de smaak te pakken van wat rust hen deed
en sliep uitgestorven in met wegebbende de geluiden

die echode wat na tegen de dichtgeslagen ramen
waarachter iemand stierf en anderen verhaal haalde
bleek de geest verdreven die de herrie schiep

alles was weer als van ouds gewoon doodstil
de nanacht blies een kaarsje uit het kerkhof
stond oogluikend toe hoe de zwijgplicht werd

geborgen in een kist was de uitvaart goed geregeld
die dag na de nacht dat iedereen verwacht had
dat men stembanden niet meer kon snoeren

was door een simpele bevalling en heengaan
van de mens de schepping weer in evenwicht
met komen en gaan werd alles weer volbracht.