Haar handen strokarton schuurde trager over het verstild gelaat
berusting is wat er staat vanuit de hoogtijdagen toen geluid
de andere kant uit klonk zo heel basaal oplossen waar jezelf
in doorklinkt luisteren hoe het te persoonlijk klinkt op straat
Een modegril vervaagd tot een banaal gebaar dat stomverveeld
staart naar de krimpscheuten in de regio alwaar keuterboer
in steen gezet de teneur van bodemdaling in het moraal
de landarbeider geharnast verried hoe de ontsluiting met de brommer
het dorp laat klaarkomen op het internet nu er geen grens meer is
we gaan vrijer om met nageslacht dat onzedig wild de streek verlaat
hun toekomst omtovert tot kinderrijk dat zich gaarne ontvolken laat
achter een tweeluik arm en rijk speelt in de arena waar met vergraven
de man z'n hoofd van de romp werd gerukt tijdens reddingswerk
verongelukt stonden wij erbij te kijk hoe wonder boven wonder
Zijn dunne benen niet bezwijken onder de last van de vaatwasser
die over het net gepolijste marmer toch met een rot smak tot staan
gebracht bij wolkenkrabbers het zicht op de natuur ontneemt waarvoor
te duur betaald in het land dat zich nooit verschoont van het verleden
daders allemaal overleden op een hoogbejaarde honkbalknuppel na
Naast mij staat een blonde vrouw met een gefronst vraagteken op het hoofd
een opgedist lijstje namen uit de spaghetti gegrist spreekt boekdelen strafrecht
over klokkenluiders maar uit de geschiedenisboekjes wordt met geen woord gerept
dat onrecht miljoenen stumpers dolgedraaid in tempelbouw van de oliesjeik
sjiek sterven voor de af te trappen bal en weer een kindhuwelijk is gesloten
In schoolkostuum en gympies aan het meisje spelend met haar babypop
gaan hand in hand de zeereep af uit pure lust tot landbehoud van ouwedagen
gaat de jongen van veertien nu gepaard met haar vuil ophalen langs de straat
wordt ergens de begroting op gemaakt van bijstandsmoeders een oud verhaal
van werkzoekend klootjesvolk tot de tand bewapend met gezinsleven behept
Ik lees zinsnedig over het smeerseltje in de ooit zo weelderige delta van weleer
waar nieuwbouw wegvalt tegen renovatie van het oude gelaat dat glimlachend
op de foto gaat om te bouwen aan vrouwtjesputter staat z'n mannetjes staat
verraad de krant nooit waar het omdraait tijdens het lezersfestival en overuren draait
het doorgefokte paard en het verwilderd rund geen veestapel maar oernatuur
kindjes in de ww verwekt worden bij de vleet opa's z'n babyboomerschap verraad
oma's te kust en keur tot sexbom voor het fris en groen blaadje hun tweede jeugd
opmaken bedankt voor afgetuigd saai christelijk gerief en stralend groeit in tijdperk Ik