woensdag 4 mei 2011

Het achterhaalde lichaam

Het zouden rozen moeten zijn
maar 't werd wat weefsel
geplukt als voor op de vaas

dan te kweek een vijver
vol ongedierte en woekergewas
uit een luchtpijp ontsnapt

ben wellicht wat aangetast
door leven dat beschadigd is
licht ontmanteld wat mannelijk is
boven zekere leeftijdsgrens
maar niet voorin de bloei
van weten hoe een adamsappel
klinkt voor ie wordt gegeten

R

Geluk(kig) in de zon (?)

Op ieder blad een bij
Solitair maar solidair
een kast vol honing

R

Regen in het bos

verder wat verzopen Engelsen
een onhoorspel opgevoerde stukken
gieters die er bij hoorde
voor de neerslag bij mooi weer
spelen dat ze al eerder was overkomen
het genoot de voorkeur om zo
overstemd door regenschermen
de strijd aan te binden tegen water
het toneel droop van de nostalgie
met sentimenten omgeven dramatiek
niemand in het publiek verstond
de draad nog in het verhaal
klapte op gevoel al lachend
het noodweer zoek dat achteraf
genoten in het Speulderbos nog
in de herinnering droop van
klassiek opgevoerd leven.

R

Het dagblad

Groen, ik keerde het eens om
of het ook blank was het was
medogeloos van licht bezeten
het brak af bij't bestuderen en
stierf af waarna de kleur bedierf
die maagdelijke vergankelijkheid
toch wel een lente in herfsttijden
zo alles naar de hand gezet bij't
afbreken waar nog groei verwachten

R

Mondjesmaat

De kinderschare wordt behoedzaam gedoseerd
in krap bemeten porties ziet zij ze aan
hoofdzaken altijd van bijzaken gescheiden
voldoet ze per slot altijd aan dat laatste
past zich daar ook vlekkeloos op aan. Hoog-
uit eens per week op de zoek gemaakte uren,
is bezoek geregeld waar ze achteraf opteert.

Het gaan vormt daar altijd de keerzijde van.
Met het komen en het gaan is op de rug bekeken
voor haar bepalend verlaten een steekje los
dat zoveel geeft met gedag dat van de dagen
haar weer in haar goed opgeborgen leegte.

Tevelen

Wie wil er één van velen zijn?
Of één uit een miljoen?
Wie wil er delen door'n miljard?
Of erger nog een tienvoud daarvan?
Wat rest er nog uniek te zijn,
anders dan monddood leven,
gevoed met leegte daar om heen.