Oh ja er waren hele schone bij
bijna onbezoedeld nachtgoed
voor het slapen fris gemoed
maar hoe verfomfaaid toch
de ochtend aanspraak op
het eeuwig leven dan zo
benauwd klonk en wanhopig
de natte droom op niets uit
liep waar ze werden verdreven
teveel waren er niet langer dan de dag
die daarop volgde nog konden overleven
weinigen die zelfs de herinnering daaraan
geen nabestaan konden geven
hadden dan snel vergeten uit
de beknelde angst dat liefde heette
bewierookt en beneveld
bezwangerd van gebaarde zorgen om
de lijf en leden niet ongedwongen
konden bewegen maar gekluisterd
de ouderdom vreesde die alles echt
uitvreette wat er restte van dit leven.