zaterdag 12 december 2015

Stille stille

Zaterdag, een man roept van het balkon. In woorden die de taal ontsnapt zijn, is hij grootvader. Kleinkinderen zijn nu eenmaal dichterbij de grond. Zijn blik dwaalt, het leven lang, in lege vitrinekasten, aangekondigde kunstwerkjes in posters opgesteld. Blikwaardig zijn ze niet; de kinderen zien er doorheen zichzelf, hem niet. Vragen fris met prik. Daartoe is het hospitaal, een kliniek met automaten. Geschrokkem kijkt hij er op terug. Voetstappen inderdaad volgen hem de hele dag.  Herinneringen vervagen, daarna sterft zelfs een kinderlach weg. Wie is er nu op zaterdag ziek? Verder niemand die hem ziet.
Hij droomt zich gisteren aan de muur van grijs genoegen van nog eens een bezoekuur aan de lopende band of een dag die het verdiende een dag erna te zijn.

Gangen nagaan

Hol en verlegen komt schoorvoetend een zachte tred zonder gezicht beneden
langs en sterft voor mijn ogen weg.
De stilte ruikt naar beton dat kil en vorstelijk verlicht de wanden
vorm van dit gewelf
Een poederzacht gezicht glimt in kunstlicht als kerstversiering
voor een juveniele Jezus
Niemand gelooft daarin, vandaar de wolharige teddybeer en iets
dat met kunst en vliegwerk vredeskindje heet
Dat wordt in gedachte geschapen gedecoreerd als mijlpaal ergens
op de spiegelharde tijd van waar ooit pijnbomen voor bestonden
De naalden steken slechts in het geheugen met gelijke snit
als de kunstzinnige pilaren van roodgroen aardige wezens
die nergens toedoen en nergens op lijken
De naaldhak verdiept de ruimte waarin ik zit met een echo
die zij me naliet in geloof dat ergens toe leidt
Geen aanleiding geeft de uitzichtloze tijd te trotseren
die me boetseert tot homp vleesgeworden ruimte
In beslag genomen door een hart en een polsslag verwijdérd
voor wie daar een vinger in heeft.

De man met stoffer en blik staat op z'n eigen schaduw
veegt stof van gisteren bijeen
Zijn leven liegt er niet om,
zo omvangrijk staat hij daar.
Met trager tred treedt zonlicht door de niet bestaande vensters
bleek. De gevels zijn bekleed met koele wind door de beweging
van het menselijk publiek.
Dat steeds opnieuw weer sporen trekt
in dwarrelend en neerdalende mist
dat de lichtharp hier welluidend laat zien
Iemand speelt met mensenlevens
voor koperwerk neergezet