in het gouden gras
loom te luieren
ligt licht overdreven
de ogen geloken
wat wester wind
door de oogharen
oplopend tegenlicht
-Wees niet bevreest
de stam van geweest
is alleen hoog verheven
boomt rustig door
de mijn jaarringen heen
ik hoop daarin mee
te kunnen groeien
onbegrepen gelijk
ik is geen
-Gewezen op gebreken
breek mij de bek niet open
ben ik uitgesproken
onverstaanbaar gedicht
wortelend in rijke aarde
onbekommerd terug
verlangend in mezelf
zonder doorsnee
van wie'r ook
alleen as in es
waar'k omdraai
--
R