zaterdag 19 november 2011

Kou

Ze zijn als rook zo hun omgeven
door hun zelf omgeven gehuld

Ze zijn als door zichzelf gegeven
in rook weer opgegaan vervlucht

Zwart als rook in al het bewegen
zijn ze door zichzelf heen verkregen

Zo zijn ze in het leven een gepaard
in al de kroon gestoken hoog geschal

Ze zijn nu eenmaal jaargetijde vaste prik
in weerwil tot elkaar onverveerd gekomen

Losl open in de mist

Binnen schijnt de zon
nog even warmte te geven
buiten hangt een deken
mist te luchten bijna tegen
regen aan druipt de boom

zijn takken schoon
van blad ontdaan
door zoveel licht
trekken de latraans
vreemde sporen
bij't te water raken

de straten zijn ijsbanen
in weerschijn van de leegte
het uitgangsleven rust
bestorven in blikken
geworpen vuil op straat

Ik schop daar tegen

echo's blijken zeer gedempt
terug te geven waar het op
afliep tegen blinde muren
een gang als velen eindigt
doodlopend in de kiem

gesmoord komt het woord in vrij veld
tot leven van ondoordringbaarheid
door een schot hagel in het wilde
weg zijn alle dromen vervlogen
de geur verschroeit de aarde

het geluk zit wat ongemakkelijk tegen
naast me met op schoot het kliekje verveling
dat bepaald volgens de weerman gister
voor vandaag weer kortzichtig leven
alsof iedereen dat niet eerder wist