De cynicus is geen sierlijk mens
heeft niets met niemand en nog
minder met iemand die t niet heeft
hij zint noch speelt zijn eigen ongelijk
al is hij een levenswijze is hij stijlloos
achteloos een handgebaar naar hebbenlijkheid
het ware leven naar de hand gezet
eenvoudig honds in zijn overtuigingsdrang
onverborgen ondeugden aan de kaak
gesteld dat blaffen gelijk ook ongenoegen
blijkgeeft aan het foeilelijk verborgene
bijt hij van zich af op de schaduw
die hem het licht uit de ogen steelt