donderdag 12 april 2012

Trap

Ik ga de ladder op om me te bezinnen
onderwijl de engelen in bloesem neerdalen
in de fontein iedere sport verhaalt loutering
stijgend in verbazing dalend van devotie

de nederige bevlogenheid bedwelmt
onder angst en beven door het hoogbevlogen zijn

bij invallen die ik met lippen beleed terwijl
het hart zich vast klampte aan het aromatisch genot
van balsempopulieren waarmee beklemtoont werd
hoe uitzicht tot inkeer leidt van omwindselen en
vruchtbeginsels waarmee ik volkomen
evenbeeldig vrees de hemel te betreden
met de voet die onwelvoeglijk de hel aandoet.

Kaalslag

Ik kwam klaar in Groningen*
met'n heftig loos gebaar
reed terwijl ik me bescheurde
van de baan die daar
gelijk kaal geschoren
schaamheuvel aan mij
voorbijgaand handgebaar
is wat overstuur geraakt
tot bandeloos gebaar
hoe hard getroffen toch
je raakt door de daad
van bevlekt onvermogen
om voor maagdelijk groen
alles te verkrachten
dat pril de schoonheid
fris de lente uitkleedt
tot kil verstild gelaat

~~
*Beneluxbaan