Kantje boord
met bitterzoet
aan onze voeten
stapten wij over
koninginnenkruid
het deed ons goed
hoe hard van stapel ook
op harde ondergrond
ontsnapte bijvoet
uit de voegen terwijl
wij baanbrekend op
hellend vlak de doorn
struiken vermeden
speelden gedachten
wijdlopend over water
strelend zacht zon
verlichtte ons gezicht