de tel kwijt
met één teveel
reken ik mezelf rijk
maar bemerk dan snel
dat ik dat
op m'n zelf betrek
R
R
't roestbruin rood van't ontwaken
of dat asgrauw voorbij het slapen
misschien wel ergens tussen in
middagblauw om van te houden
beter dan het zwart voor ogen
zo halverwege waar niemand weet
van heeft of horen zeggen hoe
die vallende ster voort beweegt
een lik op stuk
in ver weg doven
blijkt toch niets meer
dan 't verdampen
van 'n enkele steen
tijdens 't vallen
dat niemand weet
--
R
ik ben niet van papier!