Dan de grond doorwoelen het winterbed opschudden
de bladeren bijeen tot loof te vegen, menig staak het recht
ontzeggen in de bouw te blijven of de bonen. Het schonen
rechten slechten harken hurken binden vlechten en alles
tot in de bodem van het bestaan aftuigen opteren en verleren
van alles wat een seizoen met groei teweeg bracht weer teniet
doen voeten vegen handen wassen teweer stellen afgeven opgeven
opheffen winterweer opnieuw beginnen voor een volgend jaargetij
weeromstuit de de bodem luchten mesten spitten schoffelen zaaien
tijddoden met hopen dat alles weer eens niet vanzelf verloren gaat.