waaruit ik uw pupil binnen kruip
te lezen in uw brein waarin ik
verwerkt wordt tot slijk gedregd
uit weke bodem te weten mijn
onuitputtelijke ondergrond
een waterbodem waarinboven
ik mezelf eerder kabbelend
liet bezinken tot een brei
van rot en zwarter nog
de modder van het leven
dat kiemkrachterig ooit
de lelie liet beleven hoe
schoon verteren ook
kan zijn in het aanzicht
van de zon waarin ik
u de sappen schenk
uit dit vers beklonken
maagdelijk dichtwerk
van de pasgeborene
in uw geest beschonken
straalbezopen tot klaarheid
wordt getoond in alles
wat schoonheid tooit
R
ik ben niet van papier!