Het zachte zure bitterzoet
de opgebost stammende abelen
Een huizenhoog verzaagd gemoed
Hier breekt in zomers gloed de leegte
van de pulp het afgezaagde bos
De kunst van overleven doet zich tegoed
Op wankele gronden gezwikt
het pad
van dood getreden sporen
Maar dan de zon het klamme
van de overgave opdat het er toe doet.
R