De regenwouden branden
boomlijken stranden aan de kust
op de toppen van hun kunnen
sterven bergbeklimmers
kouder kunst zachter dood
de landen stranden ook
gortdroog tot hongersnoden
de geestelijk gestoorden
blazen op tot ontploffende pop
stromen drogen op
maar geldstromen zwellen
gelijk groeiende wolkenkrabbers
hemeltergend schijnt de zon
maar gunt niemand licht
in hun ogen hoog verheven
van dicterende loopkevers
die met harder schild
onverbeterlijk blijken
nu de larven weker
beetgaar kronkelen
rottiger in het riool
stinkers staren
met krokodillentranen
zeer bevangen door
bedorven vlees
stinkers staren
met krokodillentranen
zeer bevangen door
bedorven vlees
--