woensdag 7 december 2016

Op de vlucht

Dwarrel naar omhoog
fladder op de wieken maar
opgeschoten nu.

t'is bont, maar blauw

Geschaad aanzicht in de greep
van het zo bewondert leed
lijdt geen twijfel maar is
te zeer bezeerd
het hart vermag
een enkele draad
doorboort met staal
een enkel woord
geschonden maar monter
slaat de maat zijn zinnig oog
neer op de diepste diepten
van het genesteld gemoed
het klopt het slaat de maat
met aderlaten het leven aan
stil en zuiver op de graat
verliest de helderheid het
van de droom waarin
met schroom ontwaakt
de krankzinnige toevalligheid
het ding dat is dat is bedaard 
vervreemdend doorbloedend
vlees dat in het lichaam huist