voorbij de gehoorgrens blaast de saxofonist een toontje
lager aan de dijkvoet waadt men zich gelukkig
met een voetnoot die bij iedere aanslag wordt gepleegdeen piano toetst nog enig akkoord met de zomer in het verschiet
kabbelende klanken kleuren het eindig vergezicht wat op de kruin
de bas zet zwaar aan op de maat van bij roerloos zweven
ritme dat de kierewiet doet vervliegen die de polder verlietvoor het plaats maken was een reden nu de rust vervalt
in langdurig zwijgen dat ook zo weelderig klinkt
de compositie van het vervagen wordt hier groen
uitgedrukt in de pauze die de muzikanten zich voornemen
inspiratie zat om over de kwelders niet te spreken.
--
hakuna matata,
ries.